
|
Vredeman de Vries-portret |
Hans Vredeman de Vries
Nu was het voor al die ambachtslieden
die in de Nederlanden zich met de huizenbouw bezig hielden niet zo gemakkelijk om aan deze toch nog dure boeken te komen.
Dank zij Hans Vredeman de
Vries (1521-1606) (uit Leeuwarden) kwam daar verandering in. Hij kon knap tekenen en had ook nog eens veel verbeelding.
Of hij ooit in Italië is geweest is niet zeker. Wel heeft hij een tijd in Antwerpen gewoond, waar hij zeker contact heeft
gehad met kunstenaars die al bedreven waren in de Italiaanse en Franse nieuwe kunst.
Vredeman de Vries maakte prentboeken
met tal van voorbeelden van gevels, ornamenten, meubelen en tuinen. Allemaal in de nieuwe “Italiaanse” stijl.
Hij had veel fantasie en hij tekende er lustig op los.
Via onderstaande link is iets van
zijn tekentalent te zien:
https://diglit.ub.uni-heidelberg.de/diglit/vries1620/0001
Hans Vredeman de Vries was géén beeldhouwer, maar een uiterst productief ornament-ontwerper en graveur. Op basis van de
ordeboeken van Vignola en Scamozzi kwam hij met eigen ordeboeken. Stijlspecifiek daarin was het ‘rolwerk-ornament’,
dat in Nederland een eigen ontwikkeling doormaakte. Met zijn perspectiefstudies overspoelde hij de kunstenaars en zijn invloed
was sterk aanwezig. In zijn ornamentatie liet hij zich op zijn beurt beïnvloeden door de Vlaming Cornelis Floris
(de ‘Florisstijl’). Later zal deze invloed van Cornelis Floris nog duidelijk herkenbaar zijn binnen het
maniërisme, zeker nog tot het eerste kwart van de 17de eeuw.
Nu was Hans Vredeman de Vries niet de enige die in die tijd kon tekenen en dergelijke prenten uitgaf. De
namen van 2 leeftijdgenoten wil ik ook noemen: nl. Enea Vico (Italiaan) en Cornelis Bos.
Enea Vico woonde en werkte in Italië, maar hij had van daaruit veel invloed op de kunsten in de Lage Landen. Cornelis Bos
was een kunstenaar uit de noordelijke Nederlanden. Beide hebben net al Vredeman veel prenten getekend met de bedoeling
om anderen aan ideeën te helpen. Zie voor enkele prenten pagina: 38. trofeeënbundels.

|
Titelpagina van de Architectura, uitgegeven in Antwerpen, in 1583 bij Geerhardt de Jode |

|
Vredeman de Vries: uitsnede uit prent van zijn boek Architectura |
Navolging
Doordat de prentenboeken van Vredeman
de Vries heel populair werden onder de ontwerpende architecten in ons land, dacht men dat men met echte Italiaanse Renaissance
te maken had, terwijl men in feite de ideeën van Vredeman de Vries navolgde. Zo valt te verklaren dat we in de Nederlanden
een variant van de Renaissance aantreffen, die behoorlijk afwijkt van de originele Italiaanse motieven. In oudere boeken noemt
men deze stijl wel de Hollandse Renaissance, in de nieuwere boeken is sprake van het Hollands Maniërisme.
Een van de bekendste architecten gedurende dit Maniërisme is Hendrick de Keijzer. In veel van zijn werk is
de invloed van Vredeman de Vries zichtbaar. En dit geldt dus voor meer van zijn tijdgenoten.

|
Vredeman de Vries: uitsnede uit prent van zijn boek Architectura: schoorsteenmantels |
Blijvende vraag naar Renaissancestijl
Pas rond 1630 zal de stijl veranderen en
komt het Hollands Classicisme op. Jacob van Campen had in Amsterdam in 1625 al
huizen gebouwd in de nieuwe bouwstijl van het rustige Hollands Classicisme, maar toch bleef er ook in Amsterdam nog tot in
de jaren ’30 vraag naar bouwwerken en versieringen in de drukkere stijl van de Hollandse Renaissance, want men
vond die moderne gebouwen nog veel te lelijk.
Onder meer zien we dan nog het
schelpmotief en de naar binnen draaiende voluten (spiralen).
Zo drukte Hans Vredeman de Vries
dus een belangrijk stempel op de Hollandse bouwkunst. De invloed van zijn werk en vooral van zijn prenten met ornamenten en
imaginaire architectuur bleef tot diep in de 19de eeuw voelbaar.
Maar eerst nog wat meer over de
Hollandse Renaissance.
In Enkhuizen staat
een mooi voorbeeld van een pand uit 1611, waarop Hans Vredeman
de Vries zijn stempel heeft gedrukt, aangezien hij degene was die de voorbeeld-ornamenten getekend en in druk uitgegeven heeft.
Let eens op de bijzondere voluten (=spiralen) en de overige versieringsmotieven boven de
diverse vensters. Bij elkaar heeft dit de naam Rolwerk.
Hans Vredeman de Vries staat bekend
om zijn weergave van het rolwerk.
Dit
huis was oorspronkelijk bestemd voor de Westfriese Munt. De Westfriese Munt werd om de 12 jaar afwisselend
in Hoorn, Medemblik of Enkhuizen geslagen. Een bordje op het pand zegt dat de wapens op de gevel die van Holland en Westfriesland zijn.
Zou dat wel echt zo zijn?
Helaas zijn de vensterruiten niet
teruggebracht in het kleine glas-in-lood-formaat.

|
Enkhuizen: Westfriese Munt uit 1611 in Hollandse Renaissancestijl. Benedengevel van later datum. |
Koopmanshuizen
Ook al was in deze tijd de gevel
aan verandering onderhevig, de indeling van het binnenhuis bleef tijdens de Renaissance nog steeds ongeveer hetzelfde. We
zien een voorhuis met hoge onderpui en een achterhuis. Dit huis was eenvoudig maar smaakvol ingericht met degelijke meubels.
Wel kreeg je naast de woonhuizen ook de koopmanshuizen, waarbij de bovenverdiepingen
bestemd waren voor de opslag van goederen. Vooral deze rijkere kooplieden, die naar onze opvattingen toch erg eenvoudig leefden,
lieten hun huizen graag versieren met Italiaanse ornamenten en beeldhouwwerk. En omdat het Hollanders waren mocht het allemaal
niet te uitbundig en opzichtig.

|
Doetinchem: schattig klein Renaissancepandje uit 1611 zonder pretenties |

|
Enkhuizen: het Weeshuis: Hollandse Renaissancestijl met eenvoudige klauwstukken in de 'oksels'. |
Trapgevel
Kenmerkend voor de Renaissance was
de trapgevel. Daarvan zijn er nog heel wat bewaard in ons land. Ook zijn er in
de 19e eeuw in een periode van Neo-Renaissance nog weer opnieuw trapgevels op de gebouwen gezet.
Ter versiering werden er dan in
de hoeken van de traptreden zogenaamde klauwstukken tegenaan gezet, terwijl helemaal
bovenin op de bovenste tree een sculptuur werd neergezet: vaak in de vorm van een stenen
leeuw, die een wapenschild vasthoudt. Ook boven de ramen en deuren komt een leeuwenkop
vaak als versiering voor. De klauwstukken en ook de balk, die horizontaal boven
de ramen langs loopt, zijn vaak versierd met Renaissance-thema’s, in veel gevallen overgenomen van de voorbeelden van
Vredeman de Vries.

|
Klundert, Renaissance stadhuis uit 1621 |
In 1621 gaf Prins Maurits aan zijn bouwmeester Melchior van Harbach de opdracht om een
stadhuis te ontwerpen voor Klundert. Klundert en het nabijgelegen Willemstad waren belangrijke vestingsteden voor
de verdediging van de Hollandse gewesten. Maurits gaf ook nog een belangrijke financiële bijdrage met de bepaling dat het
gebouw tot in lengte van dagen op kosten van de stad goed onderhouden zal worden in een ongewijzigde staat. Zo doe je
dat want nu staat er nog steeds een fraai Renaissancestadhuis in Klundert.
Het is gebouwd in Vlaamse Renaissancestijl met rode en gele baksteen, afgewisseld met grijze natuursteen
(zie foto boven).

|
Hoorn, fraai gerestaureerde Renaissancepanden |
Boven zien we een rijtje schitterend gerestaureerde panden in Hoorn. Er is in de binnenstad
van Hoorn behoorlijk actief monumentenzorg gepleegd en het resultaat mag er zijn. We kunnen nu weer een een veel beter idee
krijgen van hoe zo'n 17 eeuwse gevel er nu eigenlijk uitzag. En rondlopen door Hoorn is een avontuur voor het oog.
|