Immigranten
Vooral toen in 1585 Antwerpen in
Spaanse handen kwam, namen veel kunstenaars en ambachtslieden de wijk naar de Noordelijke Nederlanden. Zij bracht natuurlijk
de Renaissance-stijl mee, waardoor de nieuwe kunstrichting in de Noordelijke Nederlanden ook verder verspreid werd.
Misschien is dat dan ook de reden dat er toch nog zoveel variatie is in vorm en versiering van onze oude huizen: Italiaanse, Franse en Vlaamse motieven naast elkaar en door elkaar heen.
Ornamenten in natuursteen
Werd in het Noorden vooral in baksteen gebouwd, in het zuiden lag natuursteen meer voor de hand. Hierdoor zien
de panden er in het zuiden ook heel anders uit dan in het noorden. In natuursteen
kon je veel beter allerlei verfijnde reliëfs aanbrengen en sculpturen uithouwen. In baksteen gaat dat niet.
We zien dan ook bij ons, dat op
de plekken waar men iets ornamenteels wil plaatsen, gebruik wordt gemaakt van natuursteen: b.v. klauwstukken, gevelsteen,
leeuwenkopjes enz. In de zuidelijke provincies kom je wel kalksteen uit Belgie tegen, boven
de grote rivieren is het voornamelijk zandsteen uit Bentheim, een plaats vlak over de grens bij Oldenzaal.
Veelkleurigheid
Graag
werd er met meerdere kleuren gewerkt in de gevel om het aanzien wat op te vrolijken. Dat bereikte men met de afwisseling tussen
rode baksteen en grijze natuursteen, maar ook wel door rode en gele baksteen af te wisselen.
|
Het weeshuis te Buren, gesticht in 1612 door Maria van Oranje |
|
Kleine huisjes opzij van het weeshuis in Buren: uit dezelfde tijd. |
Het Lazaruspoortje in Gouda
(zie foto hieronder) stond vroeger aan de ingang van een leprozenhuis aan de Gouwe. Later moest het vanwege nieuwbouw
ter plekke verplaatst worden. Het fraaie beeldhouwwerk dat zich aan de kerkzijde bevindt, is van Gregorius Cool
(ca. 1570-1629), een beeldhouwer uit Freiburg, die veel voor Gouda gebeeldhouwd heeft en zo ook
het bordes van het Goudse stadhuis bouwde. Het brengt de bijbelse gelijkenis van de bedelaar Lazarus en de rijke man (Lucas
16) in beeld.
Cool trouwde in Gouda en bleef
er tot zijn dood wonen.
|
Gouda: Renaissance poortje uit 1609 met veel toepassing hardsteen t.b.v. stevigheid en ornamenten |
De Vleeshal van Lieven de Keij De Vleeshal aan de
Grote Markt in Haarlem, met zijn drukke en rijke versieringen, is gebouwd door een van de belangrijkste bouwmeesters uit de
Renaissancetijd, Lieven de Keij. Hij is een van de vele vluchtelingen die vanuit
het zuiden hun heil bij ons zochten. Deze Lieven de Keij is in Haarlem terecht gekomen. In de Vleeshal heeft hij veel Vlaamse
elementen verwerkt en zijn gebouwen fungeerden al meteen weer als voorbeeld voor andere bouwmeesters.
|
Haarlem: de Vleeshal van Lieven de Key |
|
Haarlem: Vleeshal bovenste deel v.d. gevel |
Lieven de Key werd voor tal van projecten gevraagd. Daaronder was ook de voorgevel van het stadhuis
van Leiden. Ook al is dit stadhuis later een keer in vlammen opgegaan (ca.1920), de gevel aan de Breestraat is
in alle vroegere glorie gerestaureerd.
|
Leids Stadhuis: gravure uit 1670 van Christian van Hagen |
Heeft die stadhuistoren vroeger ooit op een andere plek gestaan? De tekening uit 1670 zou het je haast doen
geloven.
|
Het Leids stadhuis in deze tijd: voorgevel van Lieven de Keij |
|
Leiden stadhuis: frontaal aanzicht middendeel met rolwerk dat invloed van Vredeman de Vries verraadt |
|