|
De Assyrische god Mardoek |
|
Assyrisch (?): in de midden is mogelijk een maangod weergegeven binnen de maansikkel.. |
Volgend rijk
is het oud Assyrische rijk (1800-1375), genoemd naar de belangrijkste god: Ashur.
Bekendste vorst
is Hammoerabi van Babylon (1728-1686). De taal wordt nu Akkadisch. Hammoerabi wordt bekend vanwege zijn wetgeving
(oog om oog en tand om tand) en door de grote bibliotheek, waarvan maar liefst 20.000 kleitabletten bewaard zijn gebleven..Culturele hoofdwerken: Gilgamesj-epos, scheppingsverhalen, hymnen, psalmen, gebeden.
Belangrijkste goden: de schepper-god
Mardoek van Babylon, de zonnegod Sjamasj
en de vruchtbaarheidsgodin Isjtar. Mardoek wordt beschouwd als de schepper van de mens en de god
van het licht en het leven. Hij kan gezien worden als de Babylonische opvolger van de Sumerische god Enlil.
|
De godin Ishtar (8e eeuw BC) met Venus op haar hoofd |
Ashur was de hoofdgod van het oude Assyrië, die eveneens
de rol aannam van Enlil en Marduk. Tevens was hij god van oorlog. Ashur
was de beschermheer van de Assyriërs. Ashur wordt afgebeeld als half vogel/half mens, gewapend met pijl en boog, binnen een
ring van zonnelicht.
Z'n metgezellin was Ishtar, die
het oorlogszuchtige temperament van haar man beantwoordde met het laten groeien van een baard die reikte tot haar borsten.
Ishtar draagt vaak een 'ster' op het hoofd met acht stralen: het symbool van Venus.
Van 1375-1047 spreken we van het midden-Assyrische
rijk. Salmanassar I vergroot Assur en Ninevé. Uiteindelijk schrompelt Assyrie weer in tot het kerngebied.
De hoofdgoden blijven Sjamesh (zonnegod)
en Ishtar (venus).
Ook is er sprake van een derde hoofdgod de maangod Sin (bij de Sumeriers
heette hij Nanna).
Dit drietal (Shamesh, Ishtar en Sin) komt nogal eens als godentrio op de cylinderzegels voor.
Ishtar
was net als haar Griekse collega Artemis een godin van de jacht. Vaak afgebeeld met pijl en boog. Op haar hoofd droeg ze vaak
het Venusteken: de sikkel. Ook wordt in haar nabijheid vaak een ster afgebeeld.
De kunst van het nieuw-Assyrisch
rijk (883-612) bestond uit enorme paleizen met ornamentele sculpturen in architectonische verhoudingen in Ninevé,
Kalach, Dur Sjarrukin en Assur (jacht-, oorlogs- en cultustaferelen vormen beeldverhalen op reliëfs).
Tiglat-Pileser III sticht
het Assyrische wereldrijk. Sanherib onderwerpt Juda in 701.
Van 625- 539 krijg je het
nieuw-Babylonisch rijk. Onder Nebukadnesar II worden de joden gedeporteerd naar Babylon. Koning in Babel in de laatste
tien jaar was Balshazzar.
In 539 verovert
Cyrus II, de koning van Perzië (ook wel: Ahasveros), het Babylonische rijk. Dan
breekt in Mesopotamië de Perzische periode aan. Het klimaat in het rijk wordt dan heel wat humaner dan in de voorgaande
wrede Assyrisch/Babylonische tijden.
Als Alexander
de Grote in 323 overlijdt, spreekt men van (het begin van) de Hellenistische periode in Mesopotamië. Iran, Mesopotamië en Klein Azie vallen in de daaropvolgende eeuw ten prooi
aan de Parthen, een volk uit het huidige Turkmenistan. Het zijn de Romeinen, die de Parthen
weer zullen onderwerpen.
|
Godentrio uit Syrie: 1e eeuw BC: links de maangod Aglibol met sikkel achter zijn hoofd. |
|