Bovenlichten en snijramen in Nederland

4a. Herkomst van Romaanse bouwstijl

Home
Over mijzelf
Bovenlicht van de maand
Wat zijn bovenlichten?
Wat is nieuw?
Bovenlichten in de diverse stijlperioden
Naar bijzondere items
Oorsprong van de Symbolen
Geschiedenis glas, gevels en bouwkunst
Oude prenten, gravures en foto's
Middeleeuwse metseltekens
Tympanen
Schamels
Romeinse jaartallen
Oorsprong Byzantijnse kandelaars
Vertikale slijpgleuven
Renovatie en restauratie
Buitenlandse voorbeelden van bovenlichten
Web links
Gastenboek en contact
Zoeken op deze site
Wat is triest

BACK

START

NEXT

Waar komt de Romaanse bouwstijl vandaan?

 

De Longobarden waren een kleine Germaanse stam die oorspronkelijk in de beneden-Elbe vallei woonde en in de tijd van de grote volksverhuizingen naar Noord-Oostenrijk is getrokken. Vandaar verhuisde de stam naar Hongarije. In die tijd (510-540) onderhielden ze vriendschappelijke betrekkingen met het Byzantijnse rijk. Keizer Justinianus maakte gebruik van de stam en zette ze in in diverse oorlogsoperaties. Zo veroverden ze ook Noord Italië voor Justinianus.

 

longobardische_fibula_cividale.jpg
Longobardische gouden fibula (mantelspeld)

Toen hun eigen land onder druk kwam te staan, verhuisden ze in 568 naar Noord-Italië, naar de vruchtbare Po-vlakte. Binnen tien jaar hadden ze grote delen van Noord-Italie tot aan Rome veroverd.

Rond 600 begint zich een koninkrijk te vormen en dat rijk krijgt, dank zij Byzantijnse steun, zijn bloeitijd rond 740. Hun hoofdstad wordt Pavia. Dan heeft het christendom zich inmiddels al onder hen verspreid. Uit deze tijd stamt dus al  de Byzantijnse invloed op hun culturele uitingen.

 

In de eeuwen erop heeft ongetwijfeld vermenging plaats gevonden met de oorspronkelijke bevolking.

longobardischekroon.jpg
Longobardische vergulde ijzeren kroon uit de 6e eeuw.

Een van de belangrijkste Longobardische koningen was Agilulf met zijn gemalin Theudelinda, rond 590. Uit hun tijd stamt die fraaie gouden kroon. Zij bekeerden zich van het Arianisme tot het katholieke christendom.
Een andere koning was Liutprand (712-744), die een groot wetgever was en een hoogontwikkeld man was. Onder zijn regering had het Lombardische Italië zijn hoogtepunt.
 
(Voor meer info klik op des site: Longobardisch rijk (600-774) )
 

mappa_longobardi.jpg
grootste veroveringsgebied van de Longobarden

De Karolingische vorsten Pippijn (in 755) en Karel de Grote (in 774) hebben hen uiteindelijk , op verzoek van de pausen, volledig onderworpen. De kern van hun grondgebied bleef bekend als Lombardije.

 

Ook al hebben ze in Hongarije al ervaring opgedaan met stenen bouwkunst, we moeten ervan uitgaan, dat ze nog sterk op hout gericht waren in de eerste tijd dat ze in Italie verbleven. Dit blijkt o.a. uit het feit dat hun stenen bouwwerken nog erg aan houtconstructies doen denken. De timmermanstechniek werd toegepast op steen.

 

Anders gezegd: aan de stenen gebouwen kun je zien dat het ontwerp eigenlijk voor houtbouw gedacht was. Dit zie je trouwens overal in de Germaanse kontreien optreden: ook in de Karolingisch-Franse, de Duitse, de Gotische bouwkunst is dit fenomeen nog te herkennen.

 

Al in de 7e eeuw is er sprake van de Magistri Comacini. Een macinus is een metselaar. Magistri Comacini lijkt een handige samentrekking van meestermetselaren van Como’. Er bestond dus al een broederschap van lieden, die zich met het metselvak bezig hielden. Oude reglementen zijn zelfs nog bewaard gebleven.

 

Deze Meesters oefenden toezicht uit op gewone metselaars die ze in dienst namen. Trouwens ook bij de Romeinen waren er al gilden, die het alleenrecht hadden in de uitoefening van handel, een beroep of ambacht. Maar het is onbekend of de Lombarden nog sociale structuren van de Romeinen overnamen. De aanwezigheid van de plaatselijke steengroeven maken het wel waarschijnlijk.

 

viso_pietra2-sambuca-pistoia.jpg
Sambuca in Pistoia (It): Lombardische koppen tegen een muur

viso_pietra1-sambuca-pistoia.jpg
Sambuco in Pistoya (It): Lombardische koppen die boze geesten moesten afschrikken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de vroegste bouwwerken, de stenen kerken in hun eigen streek, moeten ze vakkundige lieden van elders hebben gehaald, steenhouwers uit de Alpen en Byzantijnse kunstenaars. 

 

De Longobarden keken van hen de kunst af en tezamen met hun eigen grote kennis en kunde van houtbouw en houtsnijwerk leerden ze ook voortreffelijk in steen houwen en bouwen en ornamenten aanbrengen.

Hun kennis van de Romeinse bouwkunst mengde zich dus met de Germaanse en kreeg dus ook nog Byzantijnse elementen mee.

 

 

longobardisch-altaar.jpg
Longobardisch altaar

En ook al namen ze de basiliekvorm voor hun kerken over van de Romeinen, de versieringsmotieven herinneren aan houtsnijwerk. Opvallend aan de Longobardische ornamenten is dat zij niet naturalistisch maar vooral zinnebeeldig is. Het naturalistische krijgt slechts gebrekkig aandacht. Het mytisch-spirituele denken is de voedingsbron voor de kunstuitingen.

De gevlochten band neemt een belangrijke plaats in. Dit is een siervorm, die tot in het Scandinavië van de Vikingen geliefd was, waarbij een ineengestrengeld vlechtwerk is vormgegeven met behulp van diverse motieven.

Ook gestyleerde diermotieven komen veel voor en vinden hun oorsprong al in de Germaanse cultuur.

monte_stangelo-tympaan_kerkst_maria_maggiore.jpg
St Angelo: tympaan in Lombardische stijl in kerk van St Maria Maggiore

De vreemd uitziende koppen, die in de ornamentiek verweven zijn, hebben deels een Germaanse, deels een Romeins/Griekse oorsprong.

Bij de Romaanse kerken overheerst hoogstwaarschijnlijk nog de Germaanse oorsprong.

Later in de Renaissance komen ze als grotesken ook weer veelvuldig terug en dan is de Romeins/Griekse invloed het sterkst.

 

wodanskop-alpirsbach-romaanskapiteel.jpg
Alpirsbach Wodanskop op Romaans kapiteel

Voor en tijdens het opkomen van de Romaanse bouwstijl trekken de Comaciners al naar andere landen om daar als bouwmeesters op te treden. Vaak in opdracht van christelijke opdrachtgevers, die plannen hebben voor kloosters en kerken.

 

Naar Engeland, Frankrijk en Duitsland (eerst al met Bonifacius en later weer met Albertus Magnus) en naar het Byzantijnse rijk in het oosten.

Lombardije wordt daarmee de belangrijkste bakermat van de Romaanse bouwstijl.

 

De kansel in de Dom van Aken is uit 1024. Hij werd gemaakt in opdracht van keizer Heinrich II, de opvolger van Otto III.
De voorstellingen op de kansel zijn ook weer een mix van christelijke en 'heidense' symboliek.

437px-aachenerdomkanzel.jpg
Kansel in de Dom van Aken uit 1024 (Heinrich II)

Germaans vlechtwerk
 
Maar ook in ons land zijn er voorbeelden van fraai Germaans vlechtwerk. In goud bewaard is in de bodem van Rijnsburg ( bij Leiden)een 7e eeuwse gesp opgegraven.  
 

rmo-gespad640-100_0001.jpg
Detail van een mannengesp uit 7e eeuw: gevonden in de bodem bij Rijnsburg.

BACK

START

NEXT