|
1621: In het midden: houten huis aan de hofvijver te Den Haag (Rijksprentenkabinet, A'dam) |
De stad in brand
Deze houten huizen
waren uiterst brandgevaarlijk. De houten planken werden namelijk ook nog eens met pek bestreken, zoals je
schepen teert. In de woningen werd bij open haardvuur gekookt en wanneer er ook nog drankmisbruik in het
spel was, dan laat het zich raden dat er geregeld brand uitbrak, waarbij, als er flink wat wind stond, soms halve of zelfs
hele steden in vlammen opgingen. Bijna elke stad (en ook dorpen) kan wel ‘bogen‘ op een of meer grote uitslaande
branden, die een groot deel van de woningvoorraad in één klap wegvaagde.
De prenten hierboven
en hieronder van een huis aan de Hofvijver in Den Haag laten met een tijdsverschil van ca 20 jaar zien
hoe het hout door steen vervangen werd.
(Een ander verschil
is de uitbreiding van het binnenhof, rechts van de poort, met 4 traveeën.)
|
1634 Den Haag: dezelfde plaats: het huis is in steen herbouwd (St. Atlas van Stolk, R'dam) |
Ziekten
Je was je leven
en je goed in die tijd trouwens toch allerminst zeker. Zo zat je in een huis en zo zat je zonder. Soms kwam de pest overwaaien
naar jouw stad, waardoor duizenden burgers ellendig stierven en dat had dan als gevolg dat er plotseling weer een overschot
aan woningen was. Maar toch groeiden de steden en barsten van tijd tot tijd uit hun wallen.
|
A'dam-Singel: stenen huizen op plek UVA-bibliotheek |
Toename stenen panden
Steen was stukken
minder brandgevaarlijk en toen de rijkere burgers het zich rond 1400 ook gingen permitteren om in steen te wonen, vond dat
geleidelijk meer navolging. Naarmate het aantal stenen huizen toenam, kregen deze huizenbezitters ook steeds meer stem in
de stad.
Er werd geklaagd
over de brandgevaarlijkheid van hun buren. De stedelijke overheden deden er van alles aan om de bouw van stenen huizen
te bevorderen. Tevens stelden ze allerlei voorschriften en bepalingen op om het brandgevaar te verminderen. En de stenen huizen
komen er. Ter illustratie alweer een gravure van het Singel in Amsterdam, maar nu ter hoogte van huidige
bibliotheek van de UVA. Het middelste gebouw staat er nog steeds (tegenover de RK kerk 'De Krijtberg').
|
Overkragende houten huizen in Brugge |
Van overkragend (bij hout) naar vooroverhellend
(bij steen)
Toen er aanvankelijk
in steen gebouwd ging worden, werd de bouwstijl van het houten huis gewoon overgenomen, zo goed en zo kwaad als dat ging.
Door met steen
te werken, was het niet meer nodig om elke bovenliggende verdieping te laten overkragen, wat bij de houten
huizen wel goed werkte om de houten voorgevel tegen verrotting te beschermen. Bovendien kon men op de hogere etages zodoende
wat vloeroppervlak winnen, wat op de begane grond niet mogelijk was vanwege de vaak toch al smalle straatjes.
|
Hoorn, gerestaureerde (vooroverhellende) renaissancegevels |
Vooroverhellende
panden
Toch zien we veel
oude stenen grachtenpanden vaak licht naar voren overhellen. Ze werden 'op de vlucht gebouwd', zoals dat
officieel genoemd wordt. Daardoor pasten ze netjes in het straatprofiel van wat men gewend was bij houten
huizen.
Maar de belangrijkste
reden was misschien deze:
Doorgaans stond
er al een houten huis, dat overkraagde per verdieping. Als een stenen gevel tegen dit houtskelet aangeplaatst werd, hoefden
de bovenste delen van het houtskelet niet rigoureus te worden ingekort en kon men het vloeroppervlak behouden.
Maar er is ook
een andere grond, die vaak genoemd wordt: het is ook een behoud van de kozijnen, die anders als gevolg van
het regenwater sneller zouden wegrotten.
Zelf heb ik altijd
het idee gehouden dat het ook om bijkomende praktische redenen werd gedaan, aangezien glasbreuk als gevolg van het
slingerend op- of neertakelen van een last op een flinke kostenpost kwam te staan, wat verhoudingsgewijs toentertijd
heel wat duurder was dan een ruit van tegenwoordig.
En wat dacht je
hiervan: ik zie de Middeleeuwse vrouwen en meiden er wel voor aan, dat ze 's ochtends de inhoud van de pispotten
boven uit het raam op straat kieperden. Door de gevel iets te laten hellen, waait de pis niet zo gauw tegen de ramen
van de verdieping eronder. In die tijd waren de straten allesbehalve schoon en opgeruimd. Er lag overal mest in de toenmalige
straten. Sint Athonies-varkens afkomstig van de kloosters mochten hun kostje op straat opschooien.
Ook als dit niet
de hoofdreden was, dan was het toch ook wel mooi meegenomen.
Trapgevel
Aangezien ook een
stenen gevelmuur bescherming tegen regenwater nodig had, kwam de trapgevel in zwang. Een
slimme truc om met bakstenen toch enigszins die driehoek van het houten huis te benaderen. Als je kijkt naar zo’n stenen
huis uit de vroegste tijd - dat is in gotische stijl – dan zie je dat er praktisch geen hout voor is
gebruikt. De raamkozijnen zijn van steen en het dak kraagt niet over de voorgevel heen. Overigens bleef men voor de ondersteuning
van daken en vloeren nog wel (eiken-)hout gebruiken. Ook een stenen huis was niet bij voorbaat onbrandbaar.
|
Kampen, statige middeleeuwse gevel in gotische stijl met veel glas oppervlak van klein glas-in-lood. |
Natuursteen
Er werd trouwens
niet alleen baksteen toegepast ,maar ook natuursteen. Dit werd op de belangrijke delen van de gevel ingezet, b.v. aan de bovenzijde
van de muurdelen om de onderliggende muur droog te houden of rondom de vensters. De afwisseling van natuursteen en baksteen
geeft zo’n gevel een bijzondere ornamentele waarde.
|