Waterkracht
In de 14e eeuw werd ontdekt dat je de blaasbalg onder de oven kon laten aandrijven door waterkracht. Schepradmolens
in de riviertjes konden voor een hogere oventemperatuur zorgen, waardoor het ijzer echt vloeibaar werd en de molens niet hoefden
te worden stilgelegd om de ijzerspons er uit te halen. Het vloeibare ijzer kon men via een tuit eruit laten lopen en opvangen.
Dit betekende niet dat er minder hout nodig was. Een betere zuurstoftoevoer zorgde voor een betere verbranding, dat wel.
De winning van ijzeroer kwam in ons land pas echt wat grootschaliger op gang tegen
het einde van de 17e eeuw. Toen ontstonden er in het oosten van ons land in de kleinere rivierdalen (Oude IJssel) verschillende
ijzergieterijen ( Zutfen, Doetinchem, Ulft, Deventer, Keppel). De stoommachine zorgde er voor dat overal
in het land ijzergieterijen kwamen.
Na 1870 begon het verval door een slechte concurrentiepositie. De eerste hoogoven van IJmuiden dateert van
1924.
Enkele van de bekende firma's die veel gietijzer produceerden waren:
In de Oude IJsselstreek:
Diepenbrock en Reigers te Ulft (DRU), opgericht 1754.
Vulkaansoord te Terborg, opgericht in 1821.
Becking en Bongers te Ulft, opgericht in 1885
Snoeck en Boom (later: Vulcanus) te Langerak (vanaf 1894)
Ubbink te Doesburg (vanaf 1883)
Lovink te Terborg (vanaf 1911)
Elders:
Nering Bögel te Deventer,
Etna in Breda.
Joh. Zimmer te Amsterdam.
IJzergieterij Prins van Oranje te Den Haag (Weduwe Sterkman en Zn.). Dit bedrijf goot o.a. lantaarnpalen
in 1859 voor Den Haag.
Vraag:
Hebben deze (en andere) gieterijen de levensbomen op de Nederlandse markt gebracht? In welke bladen zouden
ze mogelijkerwijs kunnen hebben geadverteerd?
Deze vragen hoop ik beantwoord te krijgen. Als je dit leest en je weet hier iets meer van, wil je dan contact
opnemen?