|
putti met toortsen (19e eeuw) in het bovenlicht van het Teijlers Museum te Haarlem. |
We vinden het al zo gewoon om op allerlei oude prenten en op plafondschilderingen kleine engelachtige
wezentjes te zien zweven, dat we ons al nauwelijks meer afvragen waar die vandaan gekomen zijn. En toch zit er een verhaal
aan vast.
|
cupido's door Albani in Italië ca 1600 |
Een putto (meervoud putti) staat voor een mollig kinderfiguurtje, bijna altijd
mannelijk en meestal naakt. Het is een motief uit de Grieks/Romeinse klassieke oudheid. Het woord betekent kind of
kleintje.
Als putti komen ze voor het eerst als liefdesgodjes voor op kindersarcofagen in de 2e eeuw: dansend, strijdend
of musicerend. In Griekenland kende men de god Eros (latijns equivalent: Cupido of
Amor), die over de macht van de liefde en verleiding beschikte, en die een vergelijkbare gestalte had.
De herleving van deze figuurtjes wordt toegeschreven aan de Florentijnse beeldhouwer Donatello (1386 - 1466).
Daarna zijn ze in de tijd van Renaissance, Barok en Rococo bijzonder populair gebleven. Zo populair dat we ze af en toe ook
in bovenlichten tegenkomen.
|
Venusfeest met putti door Rubens in 1635 |
|
Dordrecht: fraaie putto in Lod.XIV-stijl met de familieschilden, na de Franse tijd in ere hersteld |
Op bovenstaande foto van een fronton van een Lod. XIV-pand in Dordrecht is
een fraai voorbeeld te zien van een putto, die twee familieschilden toont van de vermoedelijke opdrachtgevers
van de bouw van het pand in de eerste helft van de 18e eeuw. Aangezien familieschilden in de Franse tijd gladgeschaafd moesten
worden, zullen deze na de Franse overheersing wel door latere restaurateurs in oude glorie zijn hersteld. Het ovale schild
(van ons uit gezien rechts) is van de echtgenote. Het linker is van de man.
|
Amsterdam: bij de Westerkerk: putti in 17e eeuws bas-relief boven een deur. |
Vlak bij de toren van de Westerkerk aan de Prinsengracht in Amsterdam treffen we een 17e eeuws poortje
aan met dit beeldhouwwerk boven de deur. Een groepje cherubijntjes met een doodshoofd. Het doodshoofd
verwijst naar de tijdelijkheid en de ongewisheid van dit leven. De cherubijntjes zeggen in feite dat er ook nog zoiets als
geluk in het leven is, is het niet in dit ondermaanse, dan tenminste wel in het hiernamaals. Wie weet valt
het je ten deel als je deze deur binnengaat.
In de Pieterskerk te Leiden bevindt zich de marmeren sarcofaag van Johannis a Kerchove
uit 1663. Het beeldhouwwerk met de treurende putto is van de bekende meester beeldhouwer Rombout Verhulst.
|
Leiden Pieterskerk: verdrietige putto bij sarcofaag: 1663: beeldhouwwerk van Rombout Verhulst |
Met en zonder vleugels
Dat putti geen vleugels en cherubijntjes wel vleugels zouden hebben, is een onhoudbare stelling. Of het
ene of het andere is bedoeld moet uit de context worden afgeleid.
|