|
 |
Een van de kenmerken, die iets kan zeggen over de ouderdom van een woning, is
de grote van de ruitjes binnen de ramen. Het begint vanuit de Middeleeuwen met kleine glas-in-lood-ruitjes
binnen een groter kozijn, wat nog op sommige plaatsen nog wel te vinden is.
Helaas zijn ook ruiten aan vermolming onderhevig en moeten af ten toe worden vervangen. Als we nog oude
raampartijen aantreffen, zijn dit meestal restauraties, waarbij de oude toestand is hersteld. In Hoorn zijn hiervan een aantal
fraaie voorbeelden te vinden.
|
 |

|
Glas in lood met luiken voor de benedenramen |
Deze tekeningen komen allemaal uit het kleine boekje: Amsterdamsche merkwaardigheden van E. Van Houten.
Uitgegeven in de Heemschutserie in 1946.

|
Glas in lood, maar nu met iets grotere ruitjes |
Het Catshuis was het eerste pand waar houten kruisroeden werden toegepast.

|
Renaissance: houten roeden, vijf ruitjes naast elkaar. |
De overgang van de Hollandse Renaissance naar het Classicisme vind plaats rond 1640. Jacob van Campen heeft dan al het
stadhuis (later: koninklijk paleis) op de Dam gebouwd in de nieuwe Classicistische stijl..

|
Classicisme: houten roeden, de ruiten zijn al vier keer zo groot als die van de vorige eeuw |
|
 |

|
Amsterdam: gerestaureerde pandjes in de Jordaan. |

|
Hattem (bij Zwolle) |
Van de 17e eeuw naar de 18e eeuw is al een hele overgang.

|
Dordrecht: pakhuis, gerestaureerd naar situatie vroeg 18e eeuw. |

|
Dordrecht 1728 |
|
 |
 |
 |

|
In de Rococo-tijd komen de schuiframen |
Als de Rococo aanbreekt rond 1750 beginnen de ramen juist wat groter te worden, waardoor er nog maar drie ruiten naast
elkaar passen in een doorsnee kozijn.
Na de Franse tijd breekt de tijd van de industrialisatie aan. De kunst van het vlakglas-maken staat dan ook niet stil.
We zien in de loop van de 19e eeuw het glas steeds groter worden.

|
Na de Franse tijd komen er mogelijkheden om groter vlakglas te maken |
Deze 1e helft van de 19e eeuw is een heel arme tijd, waarin er weinig gebouwd wordt. Als er al nieuwe ruiten geplaatst
worden zien we dat dus vooral bij bestaande panden gebeuren. Zo krijgt ook het paleis op de Dam in deze tijd een ruitverdeling
van 2 ruiten naast elkaar in het kozijn. De bredere middenroede moest de indruk wekken, alsof het echt Franse openslaande
ramen waren. Deze werden nog tot 1860 toegepast.

|
tijd van koning Willem II: de roeden worden nog weer smaller |

|
Tijd van koning Willem III: met nog een enkele middenstijl tot aan de middenregel. |
Er worden verderop in de 19e eeuw ook gebouwen neergezet die voornamelijk uit gietijser en glas zijn
opgetrokken. Denk b.v. aan het helaas afgebrande Amsterdamse paleis voor Volksvlijt en in Engeland het Crystal Palace.
Rond 1900 kunnen de roeden al helemaal weggelaten worden.
|
|
 |
 |
 |

|
Sneek: Grootzand 3e kwart 18e eeuw (Rococo): bovenlicht van halverwege 19e eeuw. |
Als er in het begin van de 19e eeuw groter glas kan worden gemaakt, wordt in heel veel panden het oude glas eruit
gehaald en dit modern ogende grotere glas aangebracht.
De talrijke donkere maalkruisen, die hier in het metselwerk te zien zijn stammen nog uit de middeleeuwen
en dienden ertoe om boze geesten op afstand te houden.
Dat we momenteel toch weer wat meer oude panden met kleinglasverdeling zien, is te danken aan restauratiewerk.

|
Vaassen: Hoektoren van De Cannenburgh: ramen vervangen in 1e kwart 19e eeuw |
Het verschil tussen 1e en 2e kwart van de 19e eeuw is niet zo groot. De stijlen en regels, zoals de vertikale en horizontale
roeden worden genoemd, worden wel wat smaller. Bij het huis hieronder: De Koffiebranderij zijn de ramen van de benedenverdieping
typisch voor het 2e kwart van de eeuw.

|
Dokkum: monumentaal pand: de koffiebranderij met prachtig bovenlicht |

|
Naarden: ramen met ook bovenin nog een smalle middelstijl. |
|
|
|
|
|
 |