Amerongen
De St. Andrieskerk van Amerongen.
Met de bouw van de Andrieskerk is aan het einde van de 13e
eeuw begonnen. Vermoedelijk bestond de tufstenen kerk uit een éénbeukig Romaans schip met koor. Aan de westzijde
verrees een eveneens uit tufsteen opgebouwde toren. In de tweede helft van de 15e eeuw werd het Romaanse schip verhoogd
en vergroot tot een pseudo-basiliek. Aan de noord- en zuidzijde werd het schip met zijbeuken uitgebreid. Middenschip en zijbeuken
kregen een houten tongewelf. Op deze wijze ontstond de hoofdvorm van een laatgotische kerk, zoals we deze thans nog kennen.
In 1526 werd de oude tufstenen toren afgebroken
en vervangen door de huidige slanke bakstenen toren.
Vernielingen:
De Andrieskerk heeft door de eeuwen heen te lijden gehad
van oorlogshandelingen. In 1584-1585 vond bij Amerongen een zware veldslag plaats tussen de Staatse en Spaanse troepen. Hierdoor
raakte de Andrieskerk zwaar beschadigd. In 1672-1673 overviel de Franse koning Lodewijk XIV ons land en werden ook kasteel
Amerongen en de Andrieskerk inclusief het interieur (o.a. de preekstoel, het doophek, de kerkenraadsbanken en het koorhek),
verbrand en vernield. In 1684 werd het herstel van de kerk afgerond. Ook in de Franse tijd, en met name in 1795, had de
kerk zwaar te lijden onder inkwartiering in de kerk.
|
Amerongen: St. Andrieskerk met toren uit 1526 |
|
Amerongen: noordzijde toren |
De ruitachtige patronen (zie foto boven) zijn goed te zien,
maar helaas beschadigd en verminkt.
|
Amerongen: westzijde |
Op foto boven van de westkant van de toren is de toverknoop
te zien.
|
Amerongen: westzijde |
Als dit teken onverminkt door de tijd is gekomen, hebben we hier
met de ing-rune van doen. Verbonden aan nageslacht en vruchtbaarheid.
|
Amerongen: zuidzijde toren |
Op foto boven van de zuidzijde helaas heel onduidelijke
ruitpatronen waarneembaar.
|
Amerongen: zuidzijde toren |
Bijzonder ornament is het stenen kruis dat zowel
aanwezig is aan de zuidzijde (foto boven) als aan de noordzijde (* foto onder). Opvallend is het verschil in plaatsing.
|
Amerongen |
|
Amerongen: westzijde boven |
|
Amerongen: noordzijde kerk |
Soest
Soest is een van de oudste plaatsjes in het Sticht (= bisdom Utrecht)
met bijzonder oude bewoningsresten. In de Soester duinen zijn werktuigjes gevonden van ongeveer 8000 jaar voor Christus, terwijl
van ca. 2000 jaar voor Christus nog verschillende grafheuvels zijn overgebleven, onder andere het Enghenbergje, gelegen
op de Eng temidden van de bouwlanden en een aantal in het gebied Korte Duinen/Monnikenbos, tussen Soest-Zuid en Amersfoort.
Het was in 1029, dat bisschop Ansfridus veertien hoeven aan het
Benedictijner Klooster in Amersfoort schonk, die lagen tussen de villas Heze en Zoys, wat later Soest zal gaan heten.
|
Soest: de Oude Kerk |
De toren en kerk van Soest
De kerk werd gebouwd omtreeks het jaar 1350 en gewijd aan de Heilige
Petrus en Paulus. Vermoedelijk is de toren na brandstichtingen in 1481 tegen de al bestaande kerk gebouwd.
Het is een vierkante toren met twee kleine zijtorens.
Het torentje aan de zuidkant bestond vroeger uit drie verdiepingen,
waarvan de onderste met kruisribgewelf van buitenaf was te bereiken. Dit was voor de reformatie de doopkapel. Die ingang was
daar gemaakt, omdat het ongedoopte kind niet in de kerk mocht komen. Was het kind gedoopt, dan kon de doopkapel via de kerk
verlaten worden.
Het torentje aan de noordzijde is de traptoren, die toegang
tot de grote toren geeft. Na 182 treden bereikt men de omgang. De totale hoogte van de toren is 45,50 meter.
|
Soest: links met schietgat: de noorder traptoren. In het midden een maalkruis. |
|
Soest: maalkruis in detail |
|
Soest: voorzijde toren met links een groot metselteken |
Een magisch teken
Een metselteken wordt geleidelijk mee opgebouwd, naarmate de toren
laag voor laag opgemetseld wordt.
Het blijft gissen wat hier aan de hand is geweest: de aanvankelijke onderste ruit lijkt te
zijn afgekeurd om op door te werken, maar een eenmaal gemetseld stuk muur breek je kennelijk ook niet zomaar weer af vanwege
de kleur van de stenen. Misschien vond men hem voor het totale teken te ver naar rechts staan.
Meteen na afronding van deze eerste ruit, was er een grote drang om meteen aan een groter samengesteld
teken te beginnen.
Het feit dat de esthetica niet doorslaggevend was (waarom niet een aantal steenlagen gewacht),
wijst toch in de richting en versterkt het gevoel dat de bouwers aan deze tekens een magische betekenis
gaven.
|
Soest: eigenlijk 2 tekens: een losse ruit onderin en een samengesteld tegen daarboven |
Verborgen beelden
Door een in de dikte van de muur uitgehouwen trap kon men de verdieping boven de doopkapel
bereiken. Deze verdieping werd gebruikt om kerkschatten tijdens oorlogsgeweld op te bergen. De trap was zo nauw dat soldaten
niet naar boven konden zonder hun uitrusting af te leggen wat natuurlijk erg gevaarlijk was. Later is de toegang dichtgemetseld.
Bij de restauratie in 1905 ontdekte men, met name door toedoen van de voormalige Soester predikant ds. J.J. Bos, in die ruimte
een 18-tal houten beelden en ongeveer 80 fragmenten van pijpaarden beeldjes, circa 40 tot 60 cm groot, die daar rond 1600
moeten zijn verborgen. Men kan zich voorstellen hoe het dorp in 1905 in rep en roer raakten toen de resten van die beelden
daar in het gras van het kerkhof lagen. De door houtworm aangevreten en vermolmde beelden zijn gedeeltelijk gerestaureerd
en in verschillende musea terechtgekomen, wat later door de Stichting Kerk en Cultuur Oude Kerk een verdrietige zaak is gevonden:
Zij horen immers bij elkaar.
|