Het snijraam van het Sneker stadhuis is gemaakt in de tijd 1760-1763. Dit valt midden in de Rococo-periode
( 1750-1770).
De toenmalige gevel werd met een verdieping verhoogd en werd geheel in rococo-stijl gedecoreerd.
Het houtsnijwerk aan de gevel en in de deur van het stadhuis is gemaakt door Johann Georg Hempel, die
ook het snijwerk van het Grietmanshuis in de Marktstraat maakte.
De kern van het stadhuis werd gebouwd in 1550. Een deel daarvan is nog terug te vinden in wat de Kleine Raadszaal wordt
genoemd.
Het bordes voor de gevel werd aangebracht in de jaren 1744-1745 en werd bij de verbouwing in 1760 ongemoeid
gelaten.
Op het schilddak van het raadhuis verrees bij die verbouwing een achtkantig koepeltorentje met gebeeldhouwde
openingen.
Aan de bovenzijde van de deur is een schelpvormige krul gesneden met een weegschaal als symbool
van de rechtsspraak. Aan de benedenzijde is in net zo'n krul een bloemenkorfje opgenomen, als symbool van
bloei en voorspoed.
Boven het venster is een voorstelling gebeeldhouwd met een allegorische vrouwenfiguur die als attributen de wetstafelen
draagt, symbolen van gerechtigheid.
Zij overhandigt een man een bundel met pijlen, symbool voor de Republiek
der Verenigde Nederlanden en de eendracht.
De man beeldt de vrijheid uit, want hij draagt als attribuut een op een staak geplaatste hoed. Die hoed
is het symbool van de vrijheid omdat in het oude Rome de slaven die door hun heer werden vrijgelaten, een hoed kregen om hun
kaalgeschoren hoofd te bedekken.
Links op de achtergrond is een olifant gebeeldhouwd. Dit dier is het symbool van goedertierenheid en grootmoedigheid.
Links op de voorgrond draagt een putto een pot met vuur, symbool van de hemel.
De overgang van de raadhuisgevel naar het schilddak wordt gevormd door een zware geprofileerde kroonlijst die wordt gedragen
door acht consoles. Vier daarvan zijn gesneden in de vorm van putti. De naar beneden hangende putti in
het midden dragen wetstafelen en een weegschaal en symboliseren daarmee het recht.
De putti op de hoeken met de zijgevels dragen een spiegel als symbool van zelfkennis en voorzichtigheid
en een Mercuriushelm als symbool van handel. In de overige vier consoles zijn symbolen van de
vier jaargetijden gesneden: bloemslingers (voorjaar), aren (zomer), druiven (herfst) en kweeperen (winter).