|
Cluny, maquette van het middeleeuwse complex |
De abdij van Cluny is een benedictijner
klooster, gelegen bij de plaats Cluny, ongeveer 90 kilometer ten noorden van Lyon. De abdij was het middelpunt van een belangrijke hervormingsbeweging,
de orde van Cluny, die zich tussen 900 en 1200 over een groot deel van West-Europa verspreidde.
De abdij werd in 909 of 910 gesticht door Willem I van Aquitanië,
hertog van Aquitanië en graaf van Mâcon, bijgenaamd Willem de Vrome. De paus had geen zeggenschap over Cluny.
Volgens de stichtingsoorkonde stond de abdij slechts onder de bescherming van de paus. Cluny kon dus beschikken over een
verregaande autonomie, al hebben pausen zich hier wel eens tegen verzet.
|
Cluny: toegang tot de abdijkerk |
Het was aan abt Odo van Cluny te danken dat de invloed
van de abdij groeide. Odo legde de nadruk op de strikte naleving van de regel van Benedictus in de variant van Benedictus
van Aniane. Er werd vooral nadruk gelegd op het eerste deel van die regel, Ora et labora en bijgevolg
werd een strikte kloosterdiscipline opgebouwd. Daarnaast deed de orde aan liefdadigheid. Men hechtte er veel belang aan de
dodencultus en leken konden er missen laten opdragen voor hun dierbare overledenen.
|
Cluny: tongewelf over de meelkamer in kastanjehout |
Tegelijkertijd ontwikkelde zich in dezelfde geest de romaanse bouwkunst,
gekenmerkt door de tongewelven die een goede akoestiek boden voor de religieuze zang. Onder het abbatiaat van Odo werden honderden kloosters onder Cluny gesteld. De abt van Cluny was de overste over allen,
maar aan het hoofd van elk van de dochterkloosters werd een prior aangesteld. De abdij
verrijkte zich door de eerder genoemde dodencultus en door de reliekverering die Cluny tot
een zeer geliefd doel voor pelgrimage maakte.
De abdij kreeg een grote maatschappelijke invloed en verwierf daarmee
ook grote politieke macht.
|
Cluny: tekening van de abdijkerk |
Dankzij de toenemende welvaart van het klooster konden het klooster
en de kloosterkerk steeds weer worden verfraaid en vergroot. Dit heeft er toe geleid dat in Cluny achtereenvolgens drie kerken
hebben gestaan die steeds moesten wijken voor hun opvolger. De laatste kerk was een zeer grootse kerk, een van de mooiste
bouwwerken uit die tijd. Het schip van de kerk had aan beide zijden twee zijbeuken. Aan de kruising was het koor verbonden
met een kooromgang, waarbij om de kooromgang vijf kooromgangkapellen waren gebouwd. Bovenop de kerk waren acht torens gebouwd,
twee boven de narthex, een vieringtoren, twee torens boven de beide transepten, twee kleine torens naast de zijbeuken
en de transepten en een toren boven het koor. De hele kerk was rijkelijk versierd.
Het klooster werd in 1790 opgeheven, waarna de kerk van Cluny grotendeels
werd vernietigd tijdens de Franse Revolutie. Tegenwoordig is alleen nog een deel van het transept met twee torens over.
|
Cluny: zicht op het bewaarde Romaanse deel |
|