Bovenlichten en snijramen in Nederland

29. Maskers en grotesken

Home
Over mijzelf
Bovenlicht van de maand
Wat zijn bovenlichten?
Wat is nieuw?
Bovenlichten in de diverse stijlperioden
Naar bijzondere items
Oorsprong van de Symbolen
Geschiedenis glas, gevels en bouwkunst
Oude prenten, gravures en foto's
Middeleeuwse metseltekens
Tympanen
Schamels
Romeinse jaartallen
Oorsprong Byzantijnse kandelaars
Vertikale slijpgleuven
Renovatie en restauratie
Buitenlandse voorbeelden van bovenlichten
Web links
Gastenboek en contact
Zoeken op deze site
Wat is triest

BACK

START

NEXT

Godenkoppen
 
De oudste koppen treffen we aan in de vorm van idolen oftewel godsbeeldjes. De oudste idool in Nederlandse bodem gevonden, is het mannetje van Willemstad (N.Br), want daar werd het in de bodem gevonden. Het is vermoedelijk 4450 jaar v Chr. gesneden, gebaseerd op de C14-methode van het hout. Dit klopt ook met de veenlaag waarin het gevonden werd. Het mannetje van Willemstad verdient het om wel wat meer bekendheid te genieten dan het nu doet.
Het kan een ritueel attribuut zijn geweest van de dorpspriester. Dorpelingen kunnen dergelijke beeldjes ook in hun hut hebben gehad ter aanbidding en om onheil mee af te wenden.
 
 

rmo-willemstad-houten-idool-4450bc-100_0005.jpg
Willemstad (N Br): idool uit 4450 BC.

In de Germaanse tijd werden goden nog aanbeden als paalgoden: palen met daarop een godenhoofd. Meestal de drie hoofdgoden werden in tempels zo voorgesteld. In de Romaanse kerkenbouw zien we nog een voorliefde om godenkoppen af te beelden aan de bovenkant van pilaren.
De plaatsing ervan in christelijke kerken, maakte deze koppen al snel tot karikaturen. In de Gotische kerken zijn het enkel nog karikaturen. Maar ze bleven nog wel altijd dienst doen als onheilafwerende griezels.
 
Maar er is nog een andere ontstaansgeschiedenis die ze uiteindelijk in de Renaissance bij ons op gevels en poorten doet belanden.
 
 

Het masker

Het masker is in feite een omhulling van het gezicht, met de bedoeling om iemand onherkenbaar te maken en een andere identiteit te geven.  Het gebruik van maskers in Griekenland gaat in ieder geval terug op de oogstfeesten  van de vroegste Griekse periode. Men verondersteld dat vanuit deze oogstfeesten het masker overgebracht is  naar het theater.  Alle acteurs in het Griekse theater zijn gemaskerd.

Maskers had je in soorten: droevige, vrolijke, komische, gemene, domme enz.  Maskers bepaalden het karakter en gedrag van de spelers.  De mondopeningen in deze maskers waren abnormaal  groot om de sprekers goed verstaanbaar te maken. Het latijnse woord voor masker is persona (van het woord personere = doorklinken).

Van het theater werden de maskers doorgegeven aan kunstenaars voor de versiering van muren van theaters en privé–huizen. Maar ook van ritueel vaatwerk en andere gebruiksvoorwerpen  (voorbeelden in Pompei ).

De Renaissance heeft de maskers in onze landen gebracht. Ze worden gebruikt voor decoratie, waar de kunstenaars zich vrij op konden uitleven. In het bijzonder treffen we vaak maskers aan op de sluitsteen boven deuren en ramen. 
Beroemd (schijnen te) zijn de maskers aan de Opera in Parijs in antieke stijl.

Het groteske masker

Maskers en  caricaturen gaan in elkaar over, er is moeilijk een scheidslijn te trekken. De Franse taal heeft er wel 2 woorden voor: masques et mascarons.  Maskers zijn meestal gericht op schoonheid, hetzij zo natuurlijk mogelijk, hetzij idealiserend.  De caricaturen wijken af van het normale in de richting van grijnzend, vervormd, verminkt door attributen, of overgaand in  veel gebladerte. 

De Antieke wereld had geen behoefte om caricaturale maskers te maken. Ze waren dusdanig op schoonheid tericht, dat het niet hen opkwam. Alleen in de vroegst-antieke periode kom je ze tegen, in de zogenaamde ” Archaïsche stijl “.


De ambachtslieden in de Middeleeuwen maakten wel veel gebruik van caricaturen. 

De Renaissance, de Lodewijkstijlen, de 19e eeuwse neostijlen, ze passen caricaturen toe in sluitstenen, consoles, waterspuwers, handvatten, op schilden en in cartouches, in kapitelen en op panelen, op rugleuningen van stoelen, op haardplaten en op tal van gebruiksvoorwerpen. 

Michelangelo heeft in zijn jonge jaren met veel plezier caricaturen gebeeldhouwd, die bijzonder zijn vanwege het vakmanschap van de beeldhouwer.

Het hoofd van Medusa

Een bijzonder masker is het hoofd van Medusa.  Medusa was – in de Griekse mythologie -een van de drie angstaanjagende Gorgonen.  Perseus onthoofdde haar en bracht het hoofd naar de godin Athena als ornament op haar schild.

In de oude wereld werd het gebruikt voor decoratie van schilden en borstplaten, op en boven deuren en poorten, op de vloer of op schalen en borden. 

De uitdrukking van het gezicht is bedoeld om iemand van schrik te laten verstijven. 
De blik moet de toeschouwer een dodelijke schrik om het hart bezorgen.  
Het haar is doorweven met slangen, die zichzelf onder haar kin in een knoop draaien. 
Vaak zijn kleine vleugels toegevoegd.

In de oude Griekse tijd: de archaïsche periode beeldde men haar lelijk, afschrikwekkend en walgelijk af. In latere Griekse stijlen geeft men de Medusa allure, grootsheid en een fraaie  uitstraling.

Bij ons is sinds de Renaissance het Medusahoofd alleen als decoratief ornament af en toe toegepast. Je komt het niet vaak tegen.

De Grotesk

Grotesken zijn vaak lelijke monsters, gevormd door een keus uit elementen van mens, dieren en planten op een heel vrije gekunstelde manier.  Maar altijd grotendeels symmetrisch ogend. De extremiteiten eindigen vaak in plant-ornamenten.

De Grottesken zijn een opvallend voorbeeld van het speelse en artistieke gevoel van de Ouden. Er is een groot contrast met de beperkte manier waarop men in de Middeleeuwen  een komisch effect probeerde te bereiken. In de Renaissance, de Barok en de latere Lodewijkstijlen zouden de grotesken een bloeiperiode tegemoet gaan.

 

BACK

START

NEXT