|
Edam: slang in 19e eeuws bovenlicht |
|
Toetanchamon met uraeus op het voorhoofd |
Egypte
In het oude Egypte had men grote angst voor slangen. De slang als hieroglyf werd soms zelfs
als grafopschrift weggekrast uit angst voor de bedreiging die er van het dier uitgaat. Maar de slang had een dubbelrol.
Als men haar gunstig kon stemmen, vormde zij een goddelijke bescherming.
Zo is de Cobra zichtbaar op de hoofdtooi van de farao en deze geniet haar bescherming.
Het symbool brengt tot uitdrukking dat de farao macht en heerschappij heeft over de vruchtbaarheid en welvaart van het land.
Immers als na de droge tijd het Nijlwater weer steeg, wemelde het binnen de kortste keren van
de vele slangen. Zo ontstond er een direct verband tussen slang en vruchtbaarheid.
|
Basilisk met hanenkop, vleugels en slangenstaart |
Het dier werd wel aangeduid met het woord basilikos ( = koninklijk). We kennen nog het woord basilisk:
een fantasiedier uit oudheid en middeleeuwen, dat er als een draak uitziet met een hanenkop en slangenstaart, die met zijn
blik kon doden. Zijn eieren zouden worden uitgebroed door padden.
Slangen konden een dode beschermen op zijn reis door de onderwereld, waar het wemelde van gevaren. In het
oude Egypte vindt de 'onderaardse' localisering van de grote wereldslang zijn oorsprong.
Sumerie
De Assyrische mythe 'Adapa and the southwind' vertelt dat de god Ningishzida (een onderwereldgod wiens naam
betekent: heer van de goede boom) en Dumuzi (de man in het paradijs) de poortwachters zijn bij het hemelse verblijf van de
god Anu (Enki). Ze worden hier in een ouder Sumerisch relief op een vaas uitgebeeld als gekroonde panters, die waarschijnlijk
deurposten vasthouden. De inscriptie geeft aan dat koning Gudea van Lagash deze rituele vaas (uit steatiet-steen) heeft
laten uithouwen. Het stamt uit ca. 2100 BC. De ineengevlochten slang is het attribuut van de god Enki (Anu).
uit: J. Campbell: the masks of God |
|
Sumerië: slangengod, geflankeerd door 2 mythische wezens. |
Bij Grieken en Romeinen
Zo geloofden ook de Grieken dat slangen een verbinding vormden tussen deze wereld en de onderwereld. Kwamen
slangen immers niet tevoorschijn kruipen uit de rotsspleten?
Maar ook goden worden met slangen afgebeeld. Zeus en Athena, maar de voornaamste god van de slangen
is toch Asclepios. Het onderstreept dat goden machtiger zijn dan die lugubere onderkruipsels. Een bekend
Asclepios-heiligdom bevindt zich in Epidaurus, vlak bij het bekende amphitheater. Men vermoedt dat het een
soort ziekenhuis was, waar patienten voor een soort tempelslaap (incubatio) naartoe gebracht werden, in de hoop dat ze daar
een droom zouden krijgen, die hun zou tonen hoe ze konden genezen.
In het Romeinse rijk zien we een slangencultus in de stad Pella, waar
duizenden mensen op af komen voor genezing en/of toekomstvoorspelling.
Ook de Mithras-cultus kende ten tijde van de Romeinse keizertijd een slangenverering, die zijn oorsprong
vond in Perzië.
|
Heracles kijkt of hij de appels kan bemachtigen, die door een slang Ladon worden bewaakt |
Griekenland
In de Griekse mythologie komt een boom met appels voor, die door een slang (Ladon) wordt
bewaakt. Ladon kan spreken met een menselijke stem. Heracles weet Ladon te doden om zo bij de appels van
de Hesperiden (zo'n appel verleent onsterfelijkheid) te kunnen komen. Hera plaatste Ladon aan de hemel als het sterrenbeeld
de slang. De afbeelding op de munt toont Heracles in de tuin bij de boom.
De Oerslang
|
De god Mardoek bevecht de oerslang (Tiamat); Babylonisch cylinderzegel |
De oerslang komt bij veel volken in de oude mythen voor. Het is een geweldig machtig dier
dat zich vaak in de oeroceaan ophoudt. Er moest immers een verklaring zijn voor de soms hoge golven.
Deze slang had oorspronkelijk associaties met vruchtbaarheid, oorspronkelijke levenskracht, beweeglijkheid
en regeneratie. Het afgooien van de oude huid werd symbolisch voor verjonging, genezing en wederopstanding uit de dood.
De midgaardslang
In het Germaanse epos de proza-Edda komt het verhaal voor dat Odin een van de drie kinderen (Jörmungandr) van
de kwaadaardige Loki in de grote oceaan gooit, die Midgaard (= de wereld) aan alle kanten omgeeft. De slang groeit
en groeit en wordt zo groot dat hij in staat is in zijn eigen staart te bijten. En zo wordt hij de Midgaardslang
of wereldslang genoemd. Thor is zijn aartsvijand, die niet aflaat om te proberen hem te doden.
|
IJslands munuscript uit 18e eeuw: Thor probeert de Midgaardslang (Jormungandr) te vangen. |
Drakendoders
In de meeste culturen zijn er in latere tijden de meest verschrikkelijke bedreigingen aan deze slang toegeschreven.
Het beest werd steeds meer een gevaarlijk demonisch wezen, dat de ondergang van de wereld op het oog had en uit alle
macht bestreden moest worden. We zien de slang dan ook veranderen in een zeer gevaarlijk draakachtig wezen. Siegfried
en Sint Joris zijn bekende drakendoders.
|
Breda 1772 : Sint Joris bevecht de draak. Vaak kwam dit voor op de gevel van de Sint Joris-doelen. |
|