Gevelteken
Het
wolfseind aan de nok van een dak werd oorspronkelijk ‘dichtgedekt’ met een bundeltje stro. Aan deze uitstekende
bundeltjes werd een onheil werende invloed toegekend, vandaar de naam ‘donderbezems’.
Later werden de donderbezems vervangen door gesneden houten planken,
de geveltekens. De oorspronkelijke donderbezem werd in het gevelteken uitgebeeld door een dubbelvlegel of dubbelhaak, een
maalkruisachtig teken. Het weerde toverij en onheil.
Maar ook gewone bezems werden opgehangen tegen de gevel om te
beschermen tegen tovenarij en hekserij.
Op deze museum-vakwerkboerderij in Altengamme bij Hamburg is de bezem ingemetseld
in de muur.
De topgevel-donderbezems treffen we nog hier en daar in ons land op
boerderijen aan: in Twente, in Zeeland, Noord-Holland, op de Waddeneilanden... en verspreid ook elders.