|
scarabee als zonnedier |
Het oude Egypte
De
god Kheperi en de scarabee
Het symbool van de rijzende zon vinden we al in de oude Egyptische cultuur.
Er was een mannelijke god van de rijzende zon: Kheperi, terwijl Atoem de god was van de
ondergaande zon. Voor alle zon-aspecten aanbad men de zonnegod Ra (ook wel: Re).
Een rijzende zon werd dikwijls afgebeeld
op amuletten, die met de doden werden meegegeven om hen te verzekeren van een
opstanding in het hiernamaals. Deze amuletten hebben dan vaak de vorm van een grote scarabee,
de bekende Egyptische mestkever, een echt zonnedier, de reïncarnatie van de god Kheperi, aan wie de grote scheppende kracht
in het universum werd toegeschreven.
|
de scarabee-kever achter een mestbal |
Zoals
de scarabee het doet
In scheppingsmythen is Kheperi de god
die land schept uit de grote chaos/oerzee. De eerste mensen zouden zijn ontstaan uit de tranen van Kheperi. Kheperi werd iedere
nacht met nieuwe energie opgeladen in de andere wereld en rolde dan de grote zonneschijf naar het aardoppervlak, net zoals
de scarabee dat met een mestbal doet.
|
scarabee met vleugels en zon |
De valkengod Horus
Voor de oude Egyptenaren
was de scarabee even heilig als het kruis voor de christenen. We treffen al scarabeeën aan in het Oude Rijk. Er zijn talloze
variëteiten van scarabeeën, waaronder ook gevleugelde exemplaren. Dit kan goed
samenhangen met het eveneens bekende symbool van de gevleugelde zon geflankeerd door
uraeus, waar de god Horus Harmakhet (Horus van de horizon), met zijn valkenkop,
mee was verbonden. Er zijn meerdere personificaties van Horus in Egypte, want hij werd gedurende de lange Egyptische geschiedenis
steeds populairder. Zijn band met de Rijzende zon werd in de Nieuwe tijd steeds sterker. Of ook Horus van invloed was op de
verspreiding naar het Romeinse rijk, heb ik nog niet kunnen traceren, maar wel waren er invloeden in de richting van o.a.
Assyrië.
|
amulet met rijzende zon op het kopschild uit palestina: 17e eeuw BC |
|
scarabee onder gevleugelde zon op borsthanger van Toetanchamon |
Verspreiding
De Egyptische scarabeeën
zijn overal in het Middellandse zeegebied opgedoken in landen, waar Egypte contact mee had, hetzij door handel, door oorlog
of door diplomatieke contacten, tot in Spanje toe.
De meeste scarabeeën werden
vooral graag gedragen door de levenden, die ze b.v. om de hals droegen of als armband of ring. Men kende er als amulet een
sterke beschermende kracht aan toe. In het Middenrijk en in de tijd daarna zag je allerlei sluitzegels van klei, waarin het
motief van de scarabee met behulp van een zegel stond afgedrukt. Aangezien sleutel en slot in Egypte nog niet bekend waren,
had de scarabee deze beveiligende functie.
Het beeld van de rijzende
zon heeft zich vanuit Egypte verspreid naar de Aziatische culturen en (veel later, in de klassieke tijd) naar de Griekse en
Romeinse wereld. Vooral de Romeinen hadden veel interesse in Egyptische ornamentiek. Maar er is nog een andere misschien veel
belangrijker route voor het zinnebeeld van de rijzende zon.
|
rijzende zon-bovenlichten op muurschildering van synagoge te Damascus (AD 250) |
Het Romeinse rijk (tekstbron Dave
Abdellah)
Oud-Iraanse oorsprong
In de eerste eeuwen na Chr.
was de Mithras-cultus veel populairder dan het christendom. Overal in het Romeinse
rijk had je Mithras-heiligdommen. De Mithras-cultus was afkomstig uit Perzië en de Indusvallei en was een echte zonnecultus.
Met deze cultus deden de Oosterse zonnesymbolen hun intree in het Romeinse rijk, waaronder ook het beeld van de rijzende zon.
De Perzische zonnegod Mithras
gold al als Het Licht de wereld, en, geboren uit een maagd Anahita, was hij een
middelaar tussen de oneindig verre hemelgod en de mensheid. En zelfs een term als
de Goede Herder was al op Mithras van toepassing.
|
Romeins: 4e of 3e eeuw BC: Sol invictus als onderdeel van de Mitrash-cultus. |
Weg naar Rome
Terwijl de Mithras-cultus
in de voorchristelijke eeuwen steeds verder was opgerukt door Klein Azie tot de westkust van het huidige Turkije, had het
zich inmiddels van tal van religieuze elementen uit regionale mysteriecultussen eigen gemaakt en was het mithracisme geboren, zoals het later in Rome beleden zou worden.
Pas toen in 133 v. Chr. de
Romeinen Pergamon hadden veroverd en 2 legioenen in Asia Minor stationeerden, lag de weg voor Mithras naar het westelijke
deel van het Romeinse rijk open. Mitrash sprak de soldaten wel aan: ze zagen in hem een voorbeeld van vechtlust, trouw en
mannenbroederschap. Ook hielpen slaven en handelaars de cultus verspreiden naar alle steden van het rijk.
En zoals te verwachten werd
de hoofdstad Rome een belangrijk centrum van de Mithras-religie, die er zijn grootste bloei beleefde in de 2e tot
begin 4e eeuw. Keizer Aurelianus (270-275) bouwde een grote tempel ter ere van de Zon, als enige hemelse, almachtige
en goddelijke kracht, op het campus Martius.
Om de vier jaar waren er
nu ook grootse feestelijkheden ter ere van de nieuwe staatsgod en de zonnecultus kreeg hiervoor een eigen priesterkorps. Deze
zonnecultus was niet echt de leer van het mithracisme, maar het deed er wel zijn voordeel mee. In 307 riepen keizer Diocletianus
en zijn medekeizers Mithras uit tot Weldoener van het Rijk. Nu stond de Mithras-cultus op het toppunt van zijn macht.
Overname van rituelen, symbolen en gedachtengoed Keizer
Constantijn (ook een Mithras-ingewijde) koos in 310 voor de christenen. In aanvang was er toen nog niet sprake van een strijd
tussen de beide godsdiensten.
Dat het christendom meer
en meer terrein won, is vooral te danken aan het feit dat het christendom veel van de ceremonies en leerstellingen van het
Mithracisme overnam.
Een paar voorbeelden: de
persoonlijke relatie tussen mens en god, wat in de Romeins/Griekse godsdienst niet bestond. Deugden als zelfverloochening,
zelfcontrole en seksuele onthouding. Het geloof in onsterfelijkheid, een hiernamaals en een laatste oordeel. Een rituele doop
en rituele maaltijd met brood en wijn. Het kweken van een broederschapsband tegen de krachten van het kwaad/het duister. De
Zondag was al de dag, opgedragen aan Mithras. Bij de winterzonnewende (Kerst) vierde men al de geboorte van Mithras.
Het christendom werd staatsgodsdienst
In 382 beval keizer Gratianus
dat alle heidense beelden moesten verdwijnen uit het gebouw van de Romeinse Senaat. Met Theodosius I in 391 werden alle heidense
offers in Rome en alle bezoeken aan heidense tempels verboden. Een jaar later ging het hard tegen hard: elke niet-christelijke
praktijk werd zwaar bestraft. Mithras verdween uit de Romeinse cultuur, maar een deel van haar cultuur en gedachtengoed bleef
voortleven in het christendom.
Het christendom was nu pas
echt staatsgodsdienst en kreeg na de val van het Romeinse rijk ook nog eens de Germaanse invloeden nog eens te verwerken.
Christus als de Rijzende Zon, de Zonne der Gerechtigheid
werd door de eeuwen heen op en top een christelijk symbool. Via kerken en kloosters werd het al in de Middeleeuwen door Europa
verspreid en is sindsdien steeds weer toegepast als ornament, ook in paleizen, burgermanwoningen en boerderijen.
|