Het Briefpaneel
Het briefpaneel zoals John het hier snijdt, is in de tijd
van de laat-Gotiek (15e eeuw) een van de populairste ornamenten. Deze term voor dit ornament is overigens
pas in de Romantiek verzonnen, omdat men dacht aan omgekruld leder/linnen of perkament. In de voorgaande Romaanse periode
werden kisten en koffers nl overtrokken met leder of perkament. Na verloop van tijd ging dit opbollen en scheuren, waartbij
het loskwam van het hout.
Waarschijnlijker is het, dat er een technische verklaring
voor is: Zaagmolens komen pas sinds 1675 in zwang. Voor die tijd werd er veel gekloofd en met de hand gezaagd en geschaafd.
De zijkanten van een paneel moesten dun uitlopen om in de groef van de lijst te passen. In de gotiek liet men
dit afvlakken niet recht maar bij voorkeur hol gebogen verlopen, zodat het mooi aansluit in de lijst.
Het hol overlangssnijden gaf meteen een mooi relief aan het paneel,
zodat men deze holle beiteltechniek eenvoudigweg uitbreidde over het hele paneel, dat in het midden toch dik genoeg was
om er iets extra's mee te doen. Meer dan een paar korte schaafjes (hol en bol) en een speciale beitel had je er niet
voor nodig. (bron Anne Berendsen: Het Meubel. 1949).
Gutsen mochten de schrijnwerkers niet gebruiken. Daarvoor moest je lid zijn
van het beeldsnijdersgilde. Met gutsen kon je dan de boven en onderkant van het briefpaneel verder uitdiepen en verfraaien,
zodat inderdaad die illusie van krullend perkament ontstond.