De Nederlandse economie raakt aan het eind van de 18e eeuw in het slop. De Franse revolutie van 1789 mist
ook zijn uitwerking in de Nederlanden niet. Stadhouder Willem de V moet zijn biezen pakken (1795) en de Fransen worden
binnengehaald door de partij van de patriotten. Onze handel heeft ernstig te lijden onder de bezetting en in 1799 grijpt
Napoleon in Frankrijk de macht. In 1806 benoemt hij zijn broer Lodewijk Napoleon tot Koning van de Nederlanden.
De bouwactiviteiten komen hier vrijwel stil te liggen en dit zal voortduren tot ca. 1850 voor er echt weer
leven in de 'bouwerij' komt.
Lodewijk Napoleon laat in het stadhuis van Amsterdam, dat hij als koninklijk paleis in gebruik heeft genomen,
verbouwingen in Empirestijl doorvoeren. Wel wordt in Brussel nog de Muntschouwburg gebouwd (1819).
In de steden woont men nog voornamelijk binnen de stadswallen en ook in de tijd van koning Willem I komt
er aan nieuwbouw dus nog niet veel bij. Wat er al in die tijd gebouwd werd, heeft een sterk grieks-classicistische inslag.
Een bekend gebouw uit deze 1e helft van de 19e eeuw is: de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam.
Aangezien sinds de Franse tijd het gedoogbeleid van schuilkerken voor de niet-protestantse religies plaats
maakt voor godsdienstvrijheid, zijn de katholieken na de Franse tijd vrij in het houden van hun kerkdiensten
en krijgen zij hun kerken vaak terug op plaatsen waar zij verreweg in de meerderheid zijn.
De Mozes en Aaronkerk is een van de eerste kerken die speciaal voor de katholieke eredienst
gebouwd werd. Ook hier een vooruitspringend tempelfront met vrijstaande pilaren. Op last van de Amsterdamse gemeentelijke
bouwverordening mag de zuilenportiek niet volgens het ontwerp worden uitgevoerd en
moet het naar voren uitstekende deel bekort worden.