Rococo-stijl (Lod XV-periode) 1750-1770
Als de Rococo-stijl doorbreekt is het gedaan met de dikke vruchten- en schelpenfestoenen.
Aan veel Rococo-gevels valt op dat men heeft gedacht: even geen festoenen meer. Maar dat duurt niet zo lang. Er komt weer
een nieuwe variant: de bladfestoen. Deze is aanmerkelijk slanker van vormgeving en bestaat
voornamelijk uit bladeren. De manier waarop de bladeren gerangschikt zijn wil nog wel verschillen.
Het is voor het oog wel aardig om dit te illustreren met o.a. een paar voorbeelden uit de Zaanstreek,
waar de fine fleur van de houtsnijders van ons land zich bevond.
|
Krommenie: Rococo-festoenen (Lod. XV) in hout uitgevoerd. |
Lod XVI-periode en Empire (1770 - 1815)
Deze festoen-variant breekt pas goed door in de Lod XVI-periode en blijft nog geaccepteerd
in de combinatie met Empire-elementen. In de Empire wordt hij gecombineerd met de lauwertakken.
De onderstaande foto's illustreren dit.
|
Krommenie: Lod XVI-festoenen |
|
Haarlem: Lod XVI-festoen in het deurkalf. |
|
Zaandijk: festoenen in de sfeer van LodXVI-Empire. |
|
Het Koetshuis in Edam: de stijl is Lod.XVI; over de ouderdom ervan ben ik niet zeker. |
Wat er hierna in de 19e eeuw volgt noemt men met een moeilijk woord de Eclectische stijl.
Dat woord kun je maar het best vertalen met de Grabbel-stijl.
Architecten bleven in de 19e eeuw nog wel putten uit het oude assortiment aan ornamenten, maar kozen
daaruit uit wat ze mooi en aardig vonden en je ziet in feite dan de voorgaande stijlen vaak doorelkaar gehaspeld. Wat daarbij
opvalt, is dat deze ornamenten vaak als massaproduct werden gemaakt.
Ook festoenen duiken af en toe op uit die grabbelton. Maar daar komen nog wat plaatjes bij.
Werk in uitvoering
|