Grondbezit?
Een wel wat vreemde en heel onwaarschijnlijke
afleiding van de Ruit trof ik aan in een oud boekje: Friesche Eigenerfdenwapens door G. Gonggrijp (1941). Het is ook wel op
Internet te vinden.
Daarin vermeldt de schrijver het
volgende:
Ruit.
De levering van onroerende zaken geschiedde in den Frankisch-Germaanschen tijd in het openbaar
op een
terechtzitting, d.w.z. in het bijzijn van omstanders en met symbolen. Deze symbolen zijn
zeer lang blijven bestaan: ook de laat-middeleeuwsche rechtsbronnen worden daardoor gekenmerkt. Het langst bleven zij bestaan
op het platte land.
Tot de symbolen bij overdracht van het goed behoorde het uitsteken of overgeven van
een graszode). De graszode werd ruitvormig gestoken met de spade. De ruit
in de Friesche wapens (en waarschi)nlijk ook elders) zou alzoo een graszode voorstellen, dus grondbezit symboliseeren, met
name grasland) en zou dus duiden op het almenderecht(de
almende = de gemeenschappelijke grond rond het dorp, ook wel mark, hemrick of meente genoemd).
Merkwaardig is echter dat de ruit in de Friesche wapens dzz. nimmer groen gekleurd werd
aangetroffen. Vermoedelijk duidt zij op grondbezit in het algemeen).
Een wapen Cammingha heeft in goud een zwarte kam (Cammingha) vergezeld van drie blauwe
ruiten, 2 en 1.
In de Friesche wapens komt de ruit zeer zelden voor, vermoedelijk omdat er tal van andere
mogelijkheden zijn om het erfgoed beter aan te duiden.
Deze (zwakke) uitleg wijkt toch
wat af van het idee dat de ING-rune vooral een familie- of sibbeteken is. Maar betekenissen kunnen verschuiven
en hebben dat m.b.t. de ruit ook zeker gedaan. De mogelijkheid dat het ook een tijd lang een gerechtsteken
is geweest, moeten we wel open houden.