|
Kerk te Ochtenzeele (Fr) in Vlaams Frankrijk. |
Rechtspraak
In oudere literatuur over bovenlichten wordt dit teken vaak aangegeven als
het schuinkruis of het maalkruis.
Het gebruik in de wiskunde is vanaf de latere Middeleeuwen het geval.
Waarschijnlijk is het gebruik als wiskundig symbool onafhankelijk van
eerdere betekenissen die het kruis al gekregen had.
Eerst een verklaring voor een oude (Germaanse) betekenis van het kruis:
Het woord Maal (mallus,malus) zou verband houden met rechtsgeding,
met de justitie zogezegd. Bij de Germaanse stammen die in onze streken woonden, de Friezen, de Saksen en de Franken, kende
men de dingplaats, de plek waar recht werd gesproken (normaliter op de dinsdag ( = dingsdag), mogelijk ook
genoemd naar de goed Tiwez of Tyr; vgl: fries: Tiisdei).
Een maalberg kon zo'n dingplaats zijn. Bij Assen in Drenthe ligt nog de Balloër kuil, wat
ook zo'n dingplaats was, ooit afgezet met hazelaartakken.
Malen betekent draaien. Een maalberg was in de Germaanse tijd een heilige plek: een 'draaiberg'
oftewel trojaburcht. Dit was een plek waar kontakt gezocht werd met de goddelijke wereld, de plek van initiaties en speciale
rituelen.
Denk in dit verband ook aan de spiraalvormige labyrinthen.
Na de invoering van het christendom werd de specifieke betekenis van het symbool losgelaten. In de loop
de eeuwen bleef enkel een onheilwerend aspect nog over.
|
Oude foto van de Balloër kuil bij Rolde (Dr), een dingplaats uit de Germaanse tijd |
Volgens
een landrecht in 1412 hield het hoogste gezag van Drenthe, sinds de 14e eeuw als etstoel aangeduid, jaarlijks 3 zittingen.
De etstoel, de vergadering van de 24 etten (zowel edelen als boeren), voorgezeten door
de Drost van Drenthe, kwam drie keer per jaar bijeen. Twee keer in Rolde en een keer in Anlo. Ieder van de
zes dingspelen vaardigde vier etten af. Tot 1688 vonden de zittingen van de etstoel plaats in het koor van
de kerk.
Het wapen van de voormalige
gemeente Rolde bestond uit 4 handen die een eedgebaar maken met daartussenin een zwaard en een kruis, die
beide de hoogste rechtsmacht, uitgeoefend door de drost, verbeelden. Edelman en boer zijn hier wapendragers.
|
Het wapen van Rolde |
Op de mallus (malus) of malberg (verlatijnst: in mallobergo = soort forum) kon
iedereen de ander dagvaarden oftewel gerechtelijk aanspreken. Dit gerechtelijke dagvaarden heet in de Salische wet (Lex salica) ad
mallum mannire, wat voor het gerecht dagen betekent. Om de rechtsgang te waarborgen moest
men zijn malinge of maninge naar voren brengen voor de rechtsprekende instantie. Denk maar aan de uitdrukking: ik heb
er maling aan.
|
Rumst: schepenbank banteken |
Wie het eerst komt, het eerst maalt, is ook zo'n uitdrukking. En deze verwijst echt niet in eerste
instantie naar de boer die bij de molenaar komt. De uitdrukking is in de vroegere middeleeuwen al voor het gerecht van toepassing
geweest.
Ik maal er niet om!: ik trek me er niks van aan.
Mallare of admallare zijn gebruikelijke latijnse termen geweest, die rechtspreken en rechtvragen betekenen.
In 1609 heet in Deventer het dagvaarden nog attmalen.
Toch ligt de basis ervan nog in het woord 'manen'. In het dialekt in oostelijk nederland luidt het bovenstaande
gezegde: Wie het eerst komt, het eerst maant. Manen betekent terechtwijzen. Malen kan dus van manen afstammen.
Taalkundig is dit geen ongewoon verschijnsel: het komt heel veel voor dat een n een l wordt. Had je een
slecht gebit en weinig voortanden, dan werd manen al snel malen. (b.v. Gr. organon- Ned. orgel, Lat. venenum (gif) - It. veleno,
Du: Schnecke- Ned. slak, middenweg-middelweg enz.).
|
Veel oude munten dragen kruisteken: munt van Hendrik VI, geslagen te Calais ca 1425. |
Driemaal is scheepsrecht.
Op een grappige manier zien we hier hoe het woord maal ook met recht in verband gebracht wordt. Toch is
maal hier gebruikt in de betekenis van 'keer'. En dan zie je dus in de wiskunde het x-teken verschijnen.
Betekende maal vroeger soms ook een rechtsgang? Zum ersten, zum zweiten,
zum dritten mal? En had je dan misschien drie kansen? De drie keer scheepsrecht kan ook slaan op 3 keer kielhalen
onder het schip door. Wie het weet mag het zeggen.
Kortom: het maalkruis heeft mogelijk een betekenis gehad als teken dat er recht gesproken werd.
Kerken en torens werden bij voorkeur gebruikt als plek om recht te spreken. En de boeven werden onder de toren in het cachot
gestopt. Dan is het ook niet meer gek, dat er al bij aanvang van de bouw van de kerk één of meerdere X - teken(s)
op de toren of kerk werd(en) aangebracht.
|
Stiepelteken op niendeur van Gelderse boerderij in Openluchtmuseum Arnhem |
Onheilwerend
Niet zelden stond je een zware straf te wachten als je schuldig werd bevonden. Het maalkruis zal zeker ontzag
hebben ingeboezemd, zoals b.v. tegenwoordig de oranje-blauwe strepen op de politieauto's.
Het maalkruis is namelijk tevens al vanuit oude tijden een onheilafwerend
teken. Twentse boeren brachten het in die betekenis vaak aan op de stiepel (midden-stutpaal) van de grote niendeuren.
Maar wat is ouder: het gebruik als symbool van rechtspraak of het symbool van onheil afweren?
Er ligt wel een duidelijk verband. Koos justitie t.b.v. het handhaven
van de orde voor het onheilafwerende symbool, of ontleenden de boeren het aan de rechtspraak? Voor de hand ligt dan toch
de eerste mogelijkheid. De lagere rechtbanken (schout en schepenen) hadden de neiging om te grijpen naar symbolen die
al van ouds in het volk ingeburgerd waren.
Vruchtbaarheid
Soms zie je verklaringen dat het een vruchtbaarheidsteken
zou zijn vanwege die link met vermenigvuldigen. Maar dit heb ik hierboven wel ontzenuwd, denk ik.
Het teken is ook in de christelijke traditie bekend als Andreaskruis,
herinnerend aan de apostel die volgens de overlevering op een dergelijk kruis de martelaarsdood zou zijn gestorven.
Andreas is schutspatroon van Rusland en Schotland, die net als Amsterdam,
Amstelveen en een aantal andere plaatsen het Andreaskruis in vlag en/of wapen opnamen. Ook is St. Andries
beschermheilige van de vissers en wordt hij door trouwlustige paartjes aangeroepen om een gelukkig
huwelijk en veel kinderen te krijgen.
Eeuwenlang verkondigde men dat, wanneer trouwlustige meisjes hem op
zijn feestdag (30 november) zouden aanroepen, ze in de daaropvolgende nacht in hun droom hun toekomstige echtgenoot konden
zien.
Echter, pas na de Renaissance werd dit teken als Andreaskruis pas in Italie bekend. Des te meer argumentatie dat het kruis van Germaanse oorsprong is en geen directe historische link heeft met de kruisdood
van St Andreas.
Kortom, een teken met tot zover al een vierledige betekenis:
boze geesten en ziekten op afstand houden, plaats van rechtspraak, eerbetoon aan St Andreas en/of een vruchtbaarheidsteken.
Hoeveel betekenissen volgen er nog?
Maar met welke betekenis zijn die 3 kruisjes nu in het Amsterdamse wapen terechtgekomen?
Het A'damse wapen is op zich vermoedelijk weer overgenomen van de banier van een edelman. Dus lastige
vraag.
|
Wapen van Amsterdam op muur Burgerweeshuis te A'dam |
Het wijdingskruisje
Als teken dat een ruimte of voorwerp gewijd was en voorbestemd om een rol in heilige rituelen te spelen,
werd een wijdingskruisje aangebracht. In Eelde (Dr) is dit teruggevonden op de binnen-kerkmuur
van de Maria-kerk.
Dit is als symbool totaal verschillend van het maalkruis.
|
Eelde: wijdingskruis op kerkmuur ca. 1300. |
Wijdingskruisjes kom je b.v. ook tegen op altaarbladen. Een oud middeleeuws voorbeeld daarvan zag ik in
Ter Apel en in de Martinikerk te Groningen. Aangezien wijdingskruisjes doorgaans niet als schuinkruis worden afgebeeld, valt
deze mogelijkheid dus eigenlijk af.
|