Twee sporen terug...
Om het motief van de wildeman te begrijpen, moeten we enerzijds ver terug in de tijd.
1. Terug naar de tijd van de Germaanse godsdienst. Het meeste van de Germaanse
godsdienst weten we van noordelijker streken: van Skandinavië en IJsland. Toch zijn er ook wel wat elementen van af te
leiden, die gelden voor de Germanen in onze streken: ook hier had je ooit mannenbonden, waarvan de leden
zich bij bepaalde gelegenheden uitdosten als krijgers of als onderwereldfiguren.
2. Anderzijds zijn er linken te leggen met de riviergoden uit de Klassieke Oudheid.
Wat was er het eerst en wat heeft de meeste invloed gehad?
Zijn de beide uit elkaar te houden of is er een vermenging opgetreden?
Misschien ontdekken we dat nog.
herkomst foto van site: Wodan still speaks. |
|
Wodansmasker op pilaar in een Noorse Stabkirke |
Krijgers van Wodan
Een van de belangrijkste goden was Wodan. Hij was de god van wind en storm, de god van
de oorlog en de god van het dodenrijk. Zijn naam is van indo-europese afkomst en betekent de woedende, de razende. Dit moet
in samenhang worden gezien met zijn extase, zijn goddelijke waanzin en razernij. Als god van de oorlog ontketende hij
de luidruchtige strijdwoede die daarbij hoort.
Zijn leger bestond uit in de strijd omgekomen vechters: een dodenleger.
En was niet de wind de goddelijke adem van Wodan, die af en toe omsloeg in razende stormen? Als de wind
door de bomen waait gaan ze geluid te maken: dan hoorde je de stem van Wodan, sprekend via de boombladeren. Zo konden
bomen bezield zijn met een goddelijke geest.
En was de menselijke adem niet ook tegelijk de levenskracht van mensen? Immers wie dood is, ademt niet meer.
Wodan als god van de adem, op verschillende manieren.
En zo is ook te begrijpen hoe hij de god van de (runen-)wijsheid werd, van de verstandige woorden en
van de (dichterlijke) inspiratie van in vervoering rakende zangers, die hun toehoorders met hun meeslepende zang konden
betoveren.
herkomst foto van site: www.franciscuskerk.nl |
|
Kapiteel in de kerk van Cellefruin in Frankrijk |
Onheilafwerende koppen
Dit alles overziend, is het niet zo wonderlijk meer als we Wodansafbeeldingen vinden met
windstromen van uit zijn mond of bladeren. Het staat symbool voor de sprekende godheid.
In de Middeleeuwen werden deze Wodansafbeeldingen van een 'sprekend' gezicht ook in kerken en kloosters
als ornament aangebracht.
Middeleeuwse christenen zullen deze godservaring waarschijnlijk christelijk hebben geinterpreteerd.
Wodan werd namelijk in de voorchristelijke tijd afgebeeld als de eenogige. De nog overgebleven zogenaamde
wodansmaskers zijn allemaal met twee ogen weergegeven. Dit duidt al op een gechristianiseerde weergave van een symbool
dat zijn vermoedelijke oorsprong vindt in de Wodanverering. Meer hier over op de pagina: Maskers en grotesken.
herkomst foto van site: www.Franciscuskerk.nl |
|
Middeleeuws tympaan boven de kerkdeur van Kimswerd |
Misschien begint de geschiedenis van de bovenlichten wel met stenen voorstellingen boven
de deuropening met het doel om boze geesten te bezweren, zodat mensen met een geruster gevoel binnengaan.
Dit fotootje van de 'groene man van Kimswerd' kwam ik tegen op een site-pagina die geheel
gewijd is aan het mysterie van deze gevelsteen.
Je kunt heel veel meer over 'groteske maskers en green men' in Europa lezen op de site
van de sint Franciscuskerk van Bolsward: www.franciscuskerk.nl. Doorklikken naar frisia catholica en dan naar tradities in fryslân.
Inmiddels ben ik zelf in Kimswerd geweest, maar mijn eigen foto haalt het niet bij deze zwart-wit-foto.
|
Kimswerd: tufstenen onderbouw. Noorderportaal met de steen met de 'wildeman' |
Maar ook het koorhek van Wons (Frl) is de moeite waard. Daar treffen we iets vergelijkbaars aan maar
ingebed in een rijkere versiering.
foto: pylgeralmanak |
|
Wons: middeleeuws koorhek |
Berserkers
Germaanse krijgslieden brachten zichzelf in trance, waarbij het leek alsof ze dronken waren, brullend als
leeuwen en in een soort hypnotische extase losstormend op hun vijanden. Ze hadden daarbij een (virtueel) voorbeeld: Wodan
stormt door de lucht op zijn witte, achtbenige schimmel Sleipnir met in zijn gevolg een leger van overleden strijders
(de einharjar) die zwart van gedaante waren.
|
Viking krijgers met everzwijn-helmen: Öland, Zweden |
De nagalm van dit gebruik blijft bestaan in opvolgers van de Germaanse mannenbonden, die bij bepaalde gelegenheden
verkleed gaan alsof ze al behoren tot het Wodansleger. Er wordt dan van Berserkers gesproken. Als wildemannen doen ze hun
naam nog eer aan tot ver in de late middeleeuwen.
De kerk moet nog eenwenlang veel moeite doen om het traditionele gebruik uit te roeien. Er zijn zelfs nog
een paar schamele resten van het ritueel overgebleven.
|
oude sint Nicolaas prent 19e eeuw. |
Vooral rond de winterzonnewende (de 13 joelnachten), zo geloofde men, maakte dit leger van overleden krijgers stad
en land in een wilde jacht onveilig en men deed er alles aan om ze te vriend te houden, door voedsel voor
hen neer te zetten en de juiste rituelen uit te voeren. Elementen hiervan zijn nog bewaard in het Sinterklaasfeest. De schimmel
Sleipnir (stro voor het paard) en Zwarte Piet als plaatsvervanger van de wildeman.
|
Oud-Zweedse bronzen plaat van Torslunda (Öland) met rechts een berserker. |
Berenhuiden of wolvenhuiden
Tijdens cultische feesten was het een gebruik dat de mannen zich hulden in berenhuiden en daarbij brachten
zij zichzelf en elkaar in een heilige extase. Deze mannen worden in de literatuur dus berserker genoemd.
De naam verwijst naar de betekenis van berenhuiden. Door zich te gedragen als goede strijders van Wodan, geloofde men in de
goede gunsten van de onberekenbare godheid. Afhankelijk van de streek kon het berenvel ook ingewisseld zijn door een wolvenvel
of hertenvel.
|
Romeinse soldaat, uitgebeeld als berserker bij Christus a.h. kruis |
De berserkerfeesten begonnen uit de hand te lopen toen het christendom zijn intrede deed en het geloof in
Wodan op de achtergrond kwam. Waar men aan vast hield waren de volksgebruiken, maar zonder de rituele context,
begon het vaak flink uit de hand te lopen, zodat allerlei verbodsbepalingen noodzakelijk werden.
Op de afbeelding uit de 8e eeuw uit de Vita Amandi uit Valenciennes in Frankrijk zien we
Wodan sprekend afgebeeld (met een krul komend uit zijn mond) met zijn beide honden Freki en Geri. Rechts
staat een bisschop met staf en aureool. Boven de hoofden van de volgelingen van de oude godsdienst zwaait iemand met een wierookvat.
Waarschijnlijk was zo'n prent al bedoeld om de mensen af te schrikken om zich te blijven vasthouden aan het oude geloof.
8e eeuw: Valenciennes, Frankrijk |
|
Wodan (links) wordt aanbeden door heidenen, die het christendom de rug toe keren |
In de wildeman
De herinnering aan deze in beren- of wolvenhuiden verklede mannen
is levend gebleven in de namen van kroegen en herbergen. De naam: In de wildeman
is dus al een heel oude kroegnaam, die waarschijnlijk samenhing met de gewoonte dat de berserkers na hun extase nog flink
dorstig waren en in feestelijke stemming nog tot in de late uurtjes in de kroeg doorzakten. De wildeman wordt in
de middeleeuwen vaak weergegeven, naakt omgord door eikenloof, met een grote knots in de hand.
|
Amsterdam: uithangbord van cafe 'de wildeman' |
Waddeneilanden
In de Sunderomfeesten op de Waddeneilanden zien we in de woeste uitdossing
van de jongemannen ook nog een overblijfsel van het oude berserker-ritueel. De uitdossing kan tegenwoordig allerlei vormen
aannemen, vergelijkbaar met Halloween. Wat nog steeds door de eeuwen heen gebleven is: onherkenbaar en angstaanjagend (spooky)
zijn. Hieronder een foto van het feest op Terschelling in, naar ik heb gehoord, een nog behoorlijk originele uitdossing van
hoe het vroeger ging.
|
sunderum-mannen in uitdossing op Terschelling |
De Waddeneilanden lagen behoorlijk geisoleerd. Zeker in vroeger tijden. Maar in iets mindere mate gold dat
ook voor veel Friese dorpen, die nauwelijks over land en voornamelijk alleen per schip bereikbaar waren.
Terwijl het christendom de Germaanse rituelen rond de joelnacht verspreid een plekje had gegeven
in de gebruiken bij een aantal heiligenfeesten: St Martinus, St Hubertus, Sint Nicolaas, Sint Thomas, Kerstavond, Oud
en Nieuw, Driekoningen, drong hiervan maar een gedeelte door tot de afgelegen plaatsen, die maar weinig kontakt met de buitenwereld
hadden.
Sint Piter in Grouw
In Friesland werd op tal van plaatsen Sint Pieter vereerd op 22 januari. Terwijl
in de rest van Nederland Sint Nicolaas de kindervriend met de cadeautjes en lekkernijen was, kende men in Friesland Sint Pieter.
Voor1700 werd begin maart een lentefeest gevierd, genoemd naar Sint Pieter.
Als de vissers in het voorjaar weer konden uitvaren naar de noordelijke Hanzesteden werd er in Friesland
feest gevierd met optochten, strandvuren en veel drank.
Ook in Grouw was men gewoon om het feest op de vooravond van 22 februari te vieren. Zulke
feesten moeten erg geleken hebben op wat we nu nog zien op de Waddeneilanden.
Geleidelijk is in de 18e en 19e eeuw Sint Pieter overal verdrongen door Sinterklaas. Nu is er nog maar 1
dorpje over dat vasthoudt aan de Sint Pitertraditie: het voormalige schippers-/vissersdorp Grouw. De 12-eeuwse
dorpskerk is naar Sint Piter (Friese spelling!) vernoemd en met reden: hij is de beschermheilige van de schippers en de vissers.
Maar ook het St Pieterfeest van Grouw is een 19e eeuwse uitvinding, mogelijk gebaseerd op oudere verhalen.
|
De romanogotische Pieterskerk te Grouw |
Rond 1900 kreeg het Grouwse kinderfeest nieuw leven ingeblazen door een kleuterleidster. Zij bedacht
de huidige vorm waarin het Sint-Piter feest wordt gevierd. Het feest was toen al erg verlopen en zij bedacht de figuur van
een goedheiligman, naar voorbeeld van Sinterklaas.
Net als Sinterklaas komt hij aan met de boot en heeft hij één zwarte knecht. Geen heel
leger pieten, zoals Sinterklaas tegenwoordig. Maar voor de 2e wereldoorlog had Sinterklaas ook maar 1 knecht. Die was
toen nog een kleine zelfstandige, en niet de directeur van groot geschenkencentrum, zoals hij nu wordt beleefd.
Sint Pieter heeft echter geen schimmel maar een zwart paard. Ook draagt hij een
witte koormantel inplaats van een rode en houdt een roodwitte staf in de hand. Hij ging ooit van deur tot deur met
snoep in zijn zakken, waaruit kinderen telkens iets lekkers mochten halen.
Maar voor 1900 laat er nog geen St Pieter zich in de straten van Grouw zien.
"De bekende Grouster dokter en schrijver Eeltsje Halbertsma noemt
in 1837 het Sint Piterfeest: Jongeren van gegoede burgers trokken langs de huizen met ratelende kettingen, bonsden op de deuren
en strooiden pepernoten. Zijn broer Joost vermeldt in 1855 stroopbolletjes, die in zijn jeugd al door kinderen werden gezocht
onder het geroep van “Ik heb mijn Sint Piter.” In zijn verhaal "De Sint Piterboask (huwelijk)" beschrijft Eeltsje
H. een schipper Haaie die in een soort kamerjas, met snoep en speelgoed behangen, bij een arme weduwe met drie kinderen
op bezoek gaat. Hij deelt daar zijn goede gaven uit en maakt bekend, dat hij zijn “rivaal” erg zal doen schrikken,
als die 's avonds bij Saapke op bezoek komt. Dat gebeurt en het "happy end" is het huwelijk van Haaie en Saapke, die boer
en boerin worden.
Dan is er nog het zogenaamde broersverhaal (bedacht na 1900). Onmogelijk, maar
wel een gemakkelijke verklaring voor de populariteit van Sint Piter. Lang geleden deden hij en Nicolaas alles samen. Maar
ze kregen bij Jirnsum ruzie, of ontdekten, dat ze de Grouster pakjes hadden vergeten. Piter ging terug naar Spanje en kwam
op zijn naamdag terug." (info www.sintpiter.nl)
foto Evert Groenesteijn |
|
Aankomst Sint Piter |
|